Wildgroei aan dodelijke fiets- en ATB-routes in natuurgebieden16 juli 2021Nederland is wereldberoemd om de fiets. Je kunt in ons land zonder ook maar één fietspad dubbel te rijden, 37.000 kilometer fietsen (bijna de aarde rond). Fietsen is populairder dan ooit en wordt gestimuleerd met de ongebreidelde aanleg van snelfietspaden, e-bike-paden, ATB-tracés en het verharden van onverharde paden in natuurgebieden. RAVON ziet de gevolgen voor de natuur en trekt aan de bel. Dodelijke paden Dan is er de Cartierheide, waar op jaarbasis tenminste 20 tot 45 doodgefietste gladde slangen worden gevonden, de Stroese heide waar adders worden doodgefietst, en de Schoorlse Duinen met talloze zandhagedisslachtoffers. Rob Bijlsma publiceerde onlangs in De Levende Natuur een stuk over zijn jarenlange monitoring naar hazelwormslachtoffers in het Drents Friese Wold: een verdubbeling van fietsverkeer leidt ongeveer tot een verdubbeling van hazelwormslachtoffers. Verspreid over het land zijn er legio plekken – in beschermde natuurgebieden – waar deze onnatuurlijke mortaliteit van bekend is. Reptielen en fietsverkeer Inzoomend op reptielen kunnen we constateren dat de belangrijkste leefgebieden, heide en hoogveen, enorm in oppervlakte achteruit zijn gegaan: sinds 1900 met bijna 90 procent. In de restanten ondervinden veel soorten de druk van droogte, stikstof, ongunstig beheer en verstoring. Reptielen zijn daarnaast gevoelig voor landschapsversnippering door bijvoorbeeld wegen. Simpel gezegd kunnen dieren elkaar niet meer bereiken, met genetische isolatie en kans op inteelt tot gevolg. Als ze dat toch proberen, lopen ze grote kans om overreden te worden. Reptielen kunnen wegen en fietspaden immers niet door de lucht oversteken, maar moeten dat altijd over beton, asfalt of halfverharding doen. Zeker vijf van de zes inheemse reptielensoorten vallen op talloze plaatsen in Nederland ten prooi aan het meedogenloze fietswiel. Soorten als hazelworm en verschillende slangen kunnen zich uiterst moeizaam op gladde ondergronden voortbewegen en sommige reptielen ‘verstijven’ bij naderend verkeer; veelal resulterend in de dood van het diertje. Wet Natuurbescherming en fietspaden Echter, de populatiegrootte en duurzame staat van instandhouding worden nimmer bepaald; dat is immers ingewikkeld, tijdrovend en kostbaar. Bovendien worden uiterst zinvolle mitigatievormen, die overrijding nagenoeg kunnen uitsluiten, vaak vanwege financiële motieven weggewuifd. Sec genomen zouden we kunnen stellen dat – met dit principe van staat van instandhouding – we ook grote delen van de duinen kunnen afschrijven voor de zandhagedis, omdat er soms wel duizenden leven. Voor een duurzame populatie zijn dat er meer dan genoeg en dus kan het 'surplus' ten faveure van recreatieve en economische belangen probleemloos worden opgeofferd. Met een dergelijke (opportunistische) interpretatie wordt de Wet Natuurbescherming niet gebruikt om natuur te beschermen (what’s in a name), maar om te toetsen hoeveel natuur je kan schaden of weghalen, zonder dat een soort volledig omvalt. En zo takelt de natuur steeds verder af. Dit balanceren op grenswaarden volstaat volstrekt niet, zeker niet in tijden waarin de natuur jaarlijks en in toenemende mate wordt geconfronteerd met calamiteiten zoals droogte, natuurbranden en ziekten. Robuuste populaties, aaneengesloten leefgebieden zonder verstoring en onnatuurlijke mortaliteit, dát is waar het in natuurgebieden om moet gaan; daarvoor zijn ze bedoeld! Druk op natuurbeheerders Stop het terugdringen van de natuur in natuurgebieden Overheden en terreinbeherende organisaties zouden niet langer concessies moeten doen aan de kwaliteit van de natuur in hun natuurgebieden; de druk door de enorme afname aan oppervlakte en kwaliteit is al enorm en de toekomst van veel soorten is daarmee al onzeker. Stoppen met de aanleg van nieuwe en het verbreden of verharden van bestaande (halfverharde) paden en een fikse inkrimping en/of verlegging van ATB-tracés en fietspaden is zeer wenselijk. Genieten van de natuur mag zeker, maar niet ten koste van die natuur. RAVON roept terreinbeheerders en overheden daarom nadrukkelijk op om met veel meer zorg na te denken over aanleg en 'opwaardering' van fietspaden in hun natuurgebieden en daarbij speciale aandacht te besteden aan de kwetsbare kruipende fauna. |