Natuurnet uw kennismakelaar 

 

Natuuronderhoud Waalre sterk verbeterd door uitvinding en gebruik 'stronkentrekker'

9 aug 2021

Het handmatig onderhoud van vennen, heidevelden en beekdalen zal niet meer hetzelfde zijn sinds de Natuurwerkgroep Waalre vond dat het werk handiger gedaan moest kunnen worden. “We ontwikkelen zelf wel een stronkentrekker,” vonden enkele vrijwilligers die in hun werkbare leven verbonden waren aan bedrijven in Brainport Brabant. Zo geschiedde. Met groot succes.

“Rond Waalre liggen 32 vennen, waarvan sommige erg klein. Veel vennen waren dichtgegroeid met bos of gewoonweg opgedroogd. De IVN Natuurwerkgroep Waalre wilde ze open maken. We gingen dennen- en berkenopslag verwijderen en we zaagden bomen om in de venoevers. Maar het bleek onbegonnen werk. De wortels van vooral berken en Amerikaanse eiken bleven vaak intact en na enkele jaren waren veel bomen groter dan toen we ze afgeknipt en -gezaagd hadden. Het was dweilen met de kraan open,” vertelt Ben Putman, coördinator van de Natuurwerkgroep Waalre.

Achter op de fiets
Enkele jaren geleden vonden leden van de Natuurwerkgroep dat dit werk handiger gedaan kon worden. Putman: “We hadden mensen in onze groep die voorheen hoogwaardig werk deden bij hightechbedrijven in onze regio Brainport Brabant. Zij gingen aan de slag en bedachten een heuse stronkentrekker, die aan alle randvoorwaarden voor optimaal natuuronderhoud voldoet.”

Als voorbeeld noemt Putman dat er in een aantal gevallen geen zware machines meer in de kwetsbare natuur hoeven. “Deze stronkentrekker kan als een klein pakketje zelfs achterop de fiets mee. Bij gebruik verstoort hij dus niet zijn omgeving. En er is heel handig mee te werken. In de ontwikkelfase hebben er drie vrouwen in de praktijk ook daadwerkelijk mee gewerkt. Dan moet het toch handig te bedienen zijn,” lacht hij. “Maar,” voegt hij er meteen serieus aan toe, “gebruik van de stronkentrekker heeft geleid tot een heel andere werkcyclus bij het meerjaren-natuuronderhoud dat meteen veel fundamenteler kan plaatsvinden.”

Ontwikkelteam
“Het eerste type dat we in elkaar knutselden was nog wankel en niet stevig genoeg,” herinnert Ben Putman zich. “Maar het werkte wel al fantastisch!”, voegt hij er enthousiast aan toe. “We lieten het aan Mari de Bijl van Brabants Landschap en andere vrijwilligers zien, die zagen de voordelen en wilden er graag mee werken. Daarop hebben we een ontwikkelteam gevormd dat voortvarend aan de slag ging. Zo hebben Jos Hulshof en Marc Moons het reken- en constructiewerk aangepakt. Na 2017 hebben we twee types ontwikkeld en gebouwd. Deze hadden een trekkracht van 1150 kilo en oogstten bij inzet in de praktijk het nodige resultaat.”

Van prototype naar certificering
Iedereen in de omgeving was enthousiast en wilde het apparaat wel lenen om er mee te werken. Putman: “Maar ja, dat mag niet zomaar. Werken met een apparaat kan gevaarlijk zijn, daarom heb je er een CE-Europees Certificaat van veiligheid voor nodig. En dat krijg je dus niet makkelijk.”

De werkgroep richtte een stichting op die eigenaar werd van de ontwikkelrechten. Het apparaat werd verder verfijnd, en zijn roem snelde vooruit. Organisaties als de Provincie Noord-Brabant en Brabants Landschap zagen de mogelijkheden en hielpen met geld en kennis om de certificering te kunnen regelen. “Zodra we de CE-certificering verkregen, hebben we een producent en verkooporganisatie gezocht,” vertelt Putman.

Berken, wilgen en eiken
Voor uitzonderlijke stronken kunnen twee stronkentrekkers worden ingezetVoor uitzonderlijke stronken kunnen twee stronkentrekkers worden ingezet (Bron: Ben Putman)Sinds kort is er een nieuw model in gebruik. Ben Putman somt de mogelijkheden op: “Deze stronkentrekker heeft met aluminium versterkte poten en een dikke staalplaat waarop de draailier is bevestigd. Alles bij elkaar weegt hij iets meer dan twintig kilo. Hij past in delen nog steeds achterop de fiets. De lier kan tot 1550 kilo trekken. Daarmee trekt hij de Amerikaanse vogelkers, berken en wilgen met het grootste gemak uit de grond. Maar ook stronken met lange penwortels als de Amerikaanse eik, weet hij op te trekken. Sinds we begonnen met de allereerste experimenten hebben we zeker twaalf hectare heide terugveroverd op bos. De opengemaakte vennetjes en stukken heide verhogen niet alleen de biodiversiteit, maar geven ook wandelplezier, zeker nu de heide in bloei komt. En dat is een belangrijke motivatie om door te gaan en mooie natuur te behouden voor de volgende generaties!”

Handenwrijvend besluit Ben Putman: “Inmiddels wordt de stronkentrekker gemaakt door Kuijpers Metaal uit Reusel en verkocht door Lecoba, een leverancier van bos-, park- en tuinmachines uit Wintelre, allebei hier vlakbij. Als gebruik van onze stronkentrekker betekent dat vennen en heide met meer resultaat beheerd kunnen worden en beter bestand raken tegen CO2-vervuiling, hebben we pas écht ons doel bereikt."