Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
       


Uitvoeringsregelgeving wet natuurbescherming: sluitstuk decentralisatie

19 mei 2016

Staatssecretaris van Dam heeft op vrijdag 13 mei de uitvoeringsregelgeving bij de nieuwe Wet natuurbescherming toegestuurd aan de Eerste en Tweede Kamer. De uitvoeringsregelgeving is het sluitstuk van de decentralisatie van het natuurbeleid, een proces dat in 2011 is begonnen met de onderhandelingen over het bestuursakkoord natuur. Met de uitvoeringsregelgeving wordt de bestaande praktijk rond het gedecentraliseerde natuurbeleid bestendigd. De uitvoeringsregelgeving biedt de praktische kaders waarmee de provincies de wet per 1 januari 2017 kunnen uitvoeren.

Met de nieuwe Wet natuurbescherming zijn verschillende bestaande wetten samengevoegd tot één overzichtelijke wet. De Wet natuurbescherming voorziet in vereenvoudigde regels ter bescherming van de natuur, in decentralisatie van bevoegdheden naar provincies en in een goede aansluiting op het omgevingsrecht. In navolging van de Tweede Kamer, stemde ook de Eerste Kamer eind 2015 in met de nieuwe natuurwet. Daarmee is de decentralisatie van natuurtaken ook wettelijk verankerd. De verantwoordelijkheid voor het natuurbeleid en de uitvoering daarvan ligt nu bij de provincies.

In de uitvoeringsregelgeving, die tot begin maart open stond voor consultatie, zijn onder meer uitvoeringsvoorschriften in het kader van de programmatische aanpak stikstof vastgelegd en regels over beheer- en schadebestrijding. IPO-bestuurder Jan Jacob van Dijk: “Hiermee komt een einde aan een lang en zorgvuldig traject, dat in 2011 is begonnen. Het is het formele sluitstuk van de decentralisatie van het natuurbeleid naar provincies. In de praktijk zijn we al voortvarend aan de slag. De uitvoeringsregelgeving is in lijn met wat Rijk en provincies met elkaar hebben afgesproken en de huidige manier waarop provincies al uitvoering geven aan het natuurbeleid, ook wat betreft flora- en faunabeleid. De uitvoeringsregelgeving biedt de provincies de duidelijkheid die zij nodig hebben om op 1 januari volledig en effectief uitvoering te geven aan de nieuwe wet natuurbescherming.”
Implementatie.

Op de provinciehuizen wordt druk gewerkt aan de implementatie van de nieuwe wet. Provinciale verordeningen en beleidsregels worden opgesteld, provincies maken afspraken met hun maatschappelijke partners en de organisatie wordt in stelling gebracht om per 1 januari 2017 de wet volledig uit te voeren. Voor provincies is het belangrijk dat zij tijdig zekerheid hebben over de inhoud van deze uitvoeringsregelgeving. Deze regelgeving biedt provincies namelijk duidelijkheid over de verdere uitwerking van verschillende instrumenten die nodig zijn om de bevoegdheden uit de wet op een goede manier uit te kunnen voeren. Provincies dringen dan ook aan op snelle behandeling van de regelgeving, zodat zij op 1 januari de wet volledig kunnen uitvoeren.

Achtergrond
De nieuwe Wet Natuurbescherming vervangt straks drie wetten; de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. De regels rond de bescherming van in het wild levende planten en dieren worden daarmee eenvoudiger en duidelijker. Met de inwerkingtreden krijgen de provincies de regie over het natuurbeleid in de regio, terwijl voorheen de Rijksoverheid verantwoordelijk was. Hierover hebben het Rijk en provincies al eerder afspraken gemaakt. Provincies hebben hun verantwoordelijkheden op het natuurdossier al voortvarende opgepakt (zoals te zien in voortgangsrapportage natuur). Na inwerkingtreding van de nieuwe Natuurwet op 1 januari 2017 worden de bevoegdheden ook formeel aan de provincies overgedragen. Zo wordt ingezet op een robuuste Nederlandse natuur waar per gebied bekeken wordt wat nodig is.