(adv.)
Klanttevredenheidsonderzoek of reputatieonderzoek
geeft adviesbureaus zicht op verbetermogelijkheden.
Goed nieuws voor vogels en bijen: tijdelijk verbod op bestrijdingsmiddel imidacloprid14 juli 2016 Goed nieuws voor de vogels en bijen. Het gebruik van het bestrijdingsmiddel imidacloprid voor de glastuinbouw is tijdelijk verboden. Imidacloprid behoort tot de groep neonicotinoïde, dit zijn bestrijdingsmiddelen die in de bollenteelt, in akkerbouwgewassen, in kassen en in de (fruit)boomteelt worden gebruikt. Neonicotinoide is schadelijk voor onder meer bijen en insectenetende vogels. Het bestrijdingsmiddel imidacloprid blijkt zeer schadelijk voor onder meer bijen, zweefvliegen en veel andere insecten. Veel insecten hebben een belangrijke functie bij de bestuiving, en dus kan het gebruik van het middel onze voedselproductie in de problemen brengen. Ook insectenetende vogels lijden onder het gebruik van deze middelen. Het meest voor de hand liggend is een indirect effect doordat er minder voedsel in de vorm van insecten aanwezig is. Belangrijke eerste stap Soorten bestrijdingsmiddelen In Nederland worden deze stoffen veel toegepast in de bollenteelt, in akkerbouwgewassen, in kassen en in de (fruit)boomteelt. Een belangrijke toepassing is de behandeling van zaaizaad: vóór het planten krijgen zaden een coating van een neonicotinoïde. Het insecticide verspreidt zich vervolgens door de groeiende plant, zodat die giftig wordt voor alle insecten die ervan eten. Deze stof is ook aanwezig in middelen voor particulier gebruik in de tuin, zoals in middelen voor de bestrijding van mieren en in potgrond. Het probleem Er is toenemend bewijs dat zelfs deze zeer lage concentraties schadelijk zijn voor bestuivende insecten. Uit verschillende laboratoriumstudies blijkt dat kleine doses van neonicotinoïden het gedrag van bijen en de overlevingskansen van bijenkolonies op verschillende manieren kunnen beïnvloeden. Honingbijen slagen er bijvoorbeeld niet in de weg terug te vinden naar de bijenkorf, en het aantal koninginnen dat door hommelnesten wordt geproduceerd wordt drastisch beperkt. Ook is inmiddels voor een groot aantal andere insecten, zoals loopkevers, haften, zweefvliegen, muggen, libellen en steenvliegen komen vast te staan dat ze sterk worden beïnvloed door het gebruik van deze middelen. Probleem is dat neonicotinoïden lang in de bodem aanwezig blijven en daardoor ook terechtkomen in het oppervlaktewater. In oppervlaktewateren worden de normen voor concentraties van neonicotinoïden (soms fors) overschreden. Onderzoek van de Radboud Universiteit en Sovon, gepubliceerd in het toonaangevende blad Nature, toonde aan dat er een correlatie bestaat tussen hoge concentraties Imidacloprid in het oppervlaktewater en een achtergang van insectenetende vogelpopulaties, zoals de boerenzwaluw en veldleeuwerik. Verbod op neonicotionïde
|