Van herintroductie tot beverbeheer17 sept 2017 De terugkeer van de bever in Limburg is een groot succes. Al heeft uitbreiding ook een keerzijde: op sommige plekken zijn bevers niet gewenst. Dat vraagt om een aanpassing in onze omgang met de Limburgse bever. Op 11 september 2017 heeft de provincie Limburg ingestemd met een aanpassing op het Faunabeheerplan. Deze maakt het mogelijk dat probleembevers in het uiterste geval gedood kunnen worden. Iets meer dan twintig jaar geleden doken de eerste bevers in Limburg op, na ruim tweehonderd jaar afwezigheid. Het ging om exemplaren afkomstig uit Duitsland. Hun aantal was te klein en onderlinge afstand te groot om binnen afzienbare tijd een levensvatbare populatie te vormen. Daarom werd tussen 2002 en 2004 een dertigtal bevers bijgeplaatst. Leefgebied was er door beekherstel en natuurontwikkeling in het Maasdal voldoende. Inmiddels is de bever met meer dan 600 exemplaren terug in vrijwel heel Limburg. In natte, bosrijke natuur vervult hij een sleutelrol. Daarbuiten doet zijn succesvolle terugkeer stof opwaaien. Dat stof heeft aangezet tot nadenken over een volgende stap: beverbeheer. De bever is een sleutelsoort die afwisseling brengt in het ecosysteem. Europa’s grootste knaagdier zorgt voor openheid in bossen, waardoor kruiden, grassen, vlinders, libellen en amfibieën worden aangetrokken die in een donker bos ontbreken. Deze soorten vormen op hun beurt het begin van nieuwe voedselketens. Voorts zet de bever met dammen de waterhuishouding van beken naar zijn hand. Zo ontstaan bevermeren en extra variatie in stroomsnelheid, waterdiepte en watertemperatuur en daarmee ook in flora en fauna. Het takkenbouwwerk werkt tevens filterend; de waterkwaliteit verbetert. Tenslotte dwingt een beverdam de beek tot meandering. Het water zoekt langs de dam een weg, waardoor ter plekke erosie optreedt. In erosiewandjes kunnen oeverzwaluw, ijsvogel en veel soorten zandbijen nestelen. Aldus kan de bever worden gezien als een motor die de tandwielen van het ecosysteem in beweging brengt, waardoor dit rijker en completer wordt. Bevers in landbouwgebied Als aankoop of ruil van oevergrond niet lukt, bestaat de mogelijkheid om het waterpeil te verlagen tot een aanvaardbaar peil voor bever en boer, door een buis door de dam te steken. Bij vraatschade kan een schadevergoeding door het faunafonds soelaas bieden. Een andere aanpak bij wateroverlast is het verwijderen van de dam en het weren van bevers met schrikdraadraster. In het uiterste geval mag in landbouwgebied een bevoegde instantie de bever, die wettelijk beschermd is, wegvangen. Het heeft dan de voorkeur om het dier uit te zetten in een Nederlands natuurgebied zonder bevers, waar deze gewenst zijn. Beverprotocol en bevermanagement Vanaf nu is het beverbeheer in de provincie Limburg in het 'Faunabeheerplan Limburg 2015-2020' formeel geregeld. Het houdt in dat - wanneer alternatieven zoals rasters, schadevergoeding, aankoop van leefgebied of overplaatsing echt niet meer mogelijk zijn - bevers gedood kunnen worden. Het ligt voor de hand alleen die bevers te verwijderen of te doden die onacceptabele problemen veroorzaken, zoals belangrijke schade in landbouwgebied of graafschade aan dijken. In de natuurgebieden zal altijd een gezonde populatie gehandhaafd worden. Beschermen en beheren De bever maakt duidelijk dat ruimte geven aan rijke natuur met bijzondere soorten alleen mogelijk is als we in gebieden die het stempel natuur niét dragen, waar nodig, ruimte kunnen geven aan beverbeheer. Bevers beschermen betekent dus ook bevers beheren.
|