Ooit uitgestorven zalmachtige paait in Westeinderplassen17 feb 2017 De zeldzame houting wordt dankzij een herintroductieprogramma in het Duitse stroomgebied van de Rijn al weer twee decennia aangetroffen in de Nederlandse rivieren, het IJsselmeer, de Waddenzee en de Voordelta. Opmerkelijk is het recent aantal toenemende vangstmeldingen in vier meren van Hoogheemraadschap van Rijnland. In de Westeinderplassen nabij Aalsmeer plant de soort zich nu ook voort. De houting (Coregonus oxyrinchus) behoort tot de familie van de zalmachtigen. Volwassen exemplaren kunnen 60 tot 80 centimeter groot worden. Tot begin 20e eeuw kwam de soort voor in de Nederlandse rivieren en estuaria en verdween daar door een verslechtering van de waterkwaliteit en overbevissing. De soort is beschermd vanuit de Europese Habitatrichtlijn en ook vanuit de nieuwe Wet natuurbescherming, die sinds 1 januari 2017 van kracht is. Door de verbetering van de waterkwaliteit in de Nederlandse rivieren en een Duits herintroductieprogramma zijn de kansen voor de houting gekeerd. Het is één van de weinige winterpaaiers in Nederland. Hiervoor trekt de soort rond november vanuit de brakke wateren en riviermondingsgebieden stroomopwaarts. Over de ligging van mogelijke paaiplaatsen in Nederland is nog weinig bekend. Westeinderplassen paaigebied voor houting Naast volwassen dieren ving de beroepsvisser in de zomer van 2016 ook een jong dier van 8 centimeter en twee onvolwassen dieren van rond de 20 centimeter. Deze waarnemingen geven een eerste indicatie dat ten minste een deel van de paai in de Westeinderplassen succesvol is en de houting zich hier voortplant. Amsterdamse houtingen in de Westeinderplassen? Een andere mogelijkheid is dat de houtingen vanuit de Hollandse IJssel komen. Tijdens visstandbemonsteringen door het hoogheemraadschap in 2010 en 2011 werden houtingen aangetroffen in de Zegerplas en de Westeinderplassen. Bij de visstandmonitoring in 2015 zijn een dertigtal houtingen aangetroffen in het Braassemmermeer en een exemplaar in de Zegerplas. Bij de monitoring najaar 2016 werden voor het eerst ook zes exemplaren aangetroffen in ‘t Joppe. Deze meren staan allemaal met elkaar in verbinding en het gaat om maar liefst 5.000 hectare oppervlaktewater. De aanwezigheid van de soort duidt erop dat de waterkwaliteit hier verbeterd is, en dat de maatregelen door het hoogheemraadschap om vismigratie te bevorderen hun vruchten afwerpen.
|