Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
       


Natuurinclusief werken in projecten van het Rijk: eerder uitzondering dan regel

16 maart 2017

In de natuurvisie ‘Natuurlijk Verder’ is het concept ‘natuurinclusief’ geïntroduceerd; dat wil zeggen dat bij projecten voor bijvoorbeeld waterbeheer of windenergie, ook natuur verbetert. Het Rijk wil het goede voorbeeld geven. Het blijkt echter dat natuurinclusief werken op dit moment meer uitzondering dan regel is. Een cultuuromslag is noodzakelijk om de kansen van dit concept te benutten. Deze conclusie komt uit een studie van Wageningen Environmental Research in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving.

Rijksnatuurvisie
De Rijksnatuurvisie heeft de ambitie om natuur midden in de samenleving te plaatsen, als onlosmakelijk onderdeel van duurzame economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om ‘natuurinclusief’ werken. Onderzoekers van Wageningen Environmental Research hebben voor de beleidsterreinen windenergie, landbouw, water en infrastructuur bekeken of en hoe dit natuurinclusief werken bij de rijksoverheid uit de verf komt voor zowel beleid, uitvoeringsprogramma’s en projecten. Op beleidsniveau is voor bovenstaande beleidsterreinen nagegaan of beleidsnota’s en visies naar natuur verwezen. Vervolgens is bestudeerd of de programma’s van die beleidsterreinen naar natuur verwijzen en of er middelen (geld of met kennis faciliteren) zijn vrijgemaakt voor natuurinclusief werken. Tevens is bezien hoe die inzet van middelen zich verhoudt tot de impact op hun eigen werkroutines om tot natuurinclusief werken te komen. Tot slot zijn de afwegingen binnen projecten op de verschillende beleidsterreinen onderzocht.

Meer uitzondering dan regel
Vooralsnog lijkt natuurinclusief werken meer uitzondering dan regel. Natuur wordt nog te veel gezien als een onderwerp dat het werkproces bemoeilijkt en vertraagt of buiten de eigen taak valt. De aandacht voor natuur beperkt zich tot wat verplicht is als gevolg van bestaande wet- en regelgeving, zoals de Natuurwet, de milieueffectrapportages en de maatschappelijke kosten-batenanalyses. Daardoor is het vanzelfsprekend geworden om uit te zoeken in hoeverre een ingreep mogelijk effecten heeft op beschermde soorten, habitattypen of –gebieden en na te gaan hoe negatieve effecten kunnen worden verminderd of gecompenseerd. Het bewust realiseren van een meerwaarde gebeurt echter maar zelden.

Cultuuromslag noodzakelijk
Het (onbewust) vasthouden aan de gangbare manier van werken speelt hierbij een belemmerende rol. Anderzijds blijken op projectniveau toevalligheden, persoonlijke ambities of contacten en de wil om flexibiliteit te zien en te benutten bepalend te zijn voor succes. De uitdaging is om van die toevalligheden vanzelfsprekendheden te maken. Dat vraagt om een cultuuromslag en politieke ambitie. Daarbij is het essentieel natuur vanaf het allereerste begin mee te nemen in het project.
Andere dominante perspectieven belemmeren natuurinclusief werken

Ondanks een groeiende belangstelling voor natuurinclusief werken, blijkt het lastig om het een plek te geven in discussies die gedomineerd worden door een focus op marktwerking, overheidssteun, sectorale doelen en efficiency denken. Een paar voorbeelden: Bij landbouw kunnen marktwerking en Europese regelgeving het natuurinclusief werken belemmeren. Bij windenergie op zee is natuur een positieve bijvangst omdat de bouw van windparken andere planologische functies uitsluit die een negatief effect op natuur kunnen hebben. Maar op land bemoeilijken marktwerking en druk vanuit sectorale Europese energiedoelen natuurinclusief werken. Bij waterveiligheid zorgen het efficiencydenken vanuit sectorale doelen dat kansen om natuur mee te koppelen niet benut worden. Ten slotte is bij infrastructuur wetgeving en efficiency vrij dominant: niet méér doen voor natuur dan wat vanuit regelgeving wordt verlangd omdat anders hogere kosten worden verwacht en meer doen voor natuur bij projecten een precedent kan scheppen voor andere projecten.