Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
       




(adv.)           

Klanttevredenheidsonderzoek of reputatieonderzoek
geeft adviesbureaus zicht op verbetermogelijkheden.

Helpt droogvallen het rietmoeras?

22 dec 2017

De Rijnstrangen bij Zevenaar vormen het grootste rietmoeras van Oost-Nederland. Voor het gebied is een peilbeheer vastgesteld gericht op herstel en ontwikkeling van het rietmoeras. Dat houdt in dat het peil in voorjaar en voorzomer hoog gehouden wordt. Eens in de vier jaar wordt het peil in de zomer sterk verlaagd, zodat grote delen droogvallen. In 2016 is dit voor de eerste keer uitgevoerd.

Het gebied bestaat uit een stelsel van oude rivierlopen, afgesneden in 1745 bij de aanleg van het Pannerdens kanaal. Sinds 1968 is het gebied geïsoleerd van de rivieren en dat is maar goed ook, want het zomerbed van de rivier ligt tegenwoordig enkele meters dieper dan vóór de normalisatie van de rivier. De Rijnstrangen zouden dus grotendeels droog staan als ze nog verbinding met de rivier hadden. Bij hoogwater op de rivier kan het peil in de strangen beperkt meestijgen, bij laagwater wordt het vastgehouden door stuwen en het gemaal Kandia.

Het rietmoeras is de laatste decennia sterk in kwaliteit achteruitgegaan. Sindsdien is hard gewerkt aan herstel. Rietlanden zijn geplagd, om het opgehoopte dode materiaal te verwijderen, en er is een hoger waterpeil ingesteld. De mogelijke schade aan de landbouw die dat geeft is opgevangen door grondaankoop en kavelruil. Maar voor uitbreiding en verjonging van het rietmoeras is het ook goed dat het moeras incidenteel droogvalt. In 2016 is daarom van eind juli tot 1 oktober het peil met een meter verlaagd. Daarop viel een gebied van enkele tientallen hectares droog.

Het droogvallen en uitdrogen had grote gevolgen voor de bodem: door oxidatie van het slib verdween een deel van de stikstof uit de bodem en werd organisch materiaal afgebroken. De toplaag van de bodem veranderde door uitdroging in een harde korst met krimpscheuren. Hierop kiemden allerlei in de bodem opgeslagen zaden van moerasplanten massaal, waaronder Watergentiaan, Lisdodde en Mattenbies, een soort die hier tot 40 jaar geleden zeer veel groeide. Kiemplanten van Riet kwamen ook overal op, en bestaande rietkragen breidden zich op sommige plaatsen met stengeluitlopers tot enkele meters ver uit over de kale oeverbodem.

De beheerders hopen dat veranderingen in de bodem en de vegetatie van het open water tijdens de droogvalperiode tot een omslag naar een helder, waterplantenrijk ecosysteem leiden. In de zomer van 2017 bleek dit echter maar beperkt het geval. In de eerste plaats zal herhaalde droogval nodig zijn om echt grote veranderingen in de waterbodem te bewerkstelligen. Maar belangrijker is dat de nieuw gevestigde moerasvegetatie grotendeels werd weggevreten door ganzen, zwanen en meerkoeten. In de zomer van 2017 was de vegetatiedichtheid in het ondiepe water weliswaar hoger dan op hetzelfde tijdstip vóór droogval in 2016, maar de gekiemde riet, biezen en lisdodden hadden alleen overleefd in enkele omheiningen die eind 2016 waren geplaatst. Het lijkt er dus op dat droogval kan leiden tot herstel en uitbreiding van het moeras, mits de vraat van plantenetende watervogels niet te groot is.