Natuurnet uw kennismakelaar 

 

Vissen aan de pil en slakken aan de antidepressiva: de prijs voor ons medicijngebruik

2 mrt 2018

Pijnstillers, antibiotica, antidepressiva en de anticonceptiepil. De resten hiervan komen in ons oppervlaktewater. Waterorganismen betalen de prijs. Bijvoorbeeld met weefselschade, verandering van voortplanting of gedrag, verstoring van de natuurlijke communicatie of een slechtere verdediging tegen vijanden. En dat moet anders, vindt aquatisch ecoloog Ellen van Donk.

Elk jaar wordt er naar schatting 3500 ton aan geneesmiddelen gebruikt in Nederland. Dit zijn ruim 2000 verschillende stoffen. Een groot deel hiervan wordt door ons lichaam afgebroken, maar een gedeelte komt via urine en ontlasting in het riool terecht. Rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn niet ingericht op het verwijderen van deze medicijnresten. De kosten hiervoor zouden jaarlijks honderden miljoenen euro’s bedragen. Ook uit de veeteelt komen diergeneesmiddelen via bemesting in de bodem waarna deze kunnen uitspoelen in het oppervlaktewater. Elk jaar komt zo 140 ton medicijnresten in ons oppervlaktewater terecht.

Wat zijn de gevolgen voor waterorganismen?
Voorbeelden van directe effecten zijn weefselschade bij vissen, veroorzaakt door pijnstillers en bètablokkers. Hormonen uit de anticonceptiepil versterken vrouwelijke eigenschappen bij vissen en slakken, waardoor de voortplanting misloopt. Antidepressiva hopen op in vissenhersenen en beïnvloeden het gedrag van vissen, watervlooien en slakken. Door veranderingen in individuele dieren kan bijvoorbeeld de verhouding tussen prooi- en roofdieren veranderen en zo het functioneren van het hele ecosysteem beïnvloeden.

Verstoring van communicatie
Indirecte effecten hebben vaak te maken met veranderingen in de natuurlijke chemische communicatie tussen waterorganismen in het water. Chemische communicatie in de vorm van feromonen helpt – net als bij mensen – bij de partnerkeuze. Communicatie tussen verschillende soorten zorgt ervoor dat prooi- en roofdieren elkaar kunnen herkennen. Roofdieren kunnen zo hun prooidier opzoeken. Prooidieren kunnen roofdieren ontvluchten of zich beter verdedigen.

Medicijnresten veroorzaken diverse verstoringen van deze communicatie, ze kunnen de werking van de natuurlijke communicatie nabootsen of blokkeren. Een paar voorbeelden:

Het antidepressivum fluoxetine zorgt ervoor dat driehoeksmosselen gaan kuitschieten. Normaal doen ze dat alleen zodra ze een partner ‘ruiken’.
De larven van de roze vleugelhoorn, een tropische zeeslak, beginnen normaal gesproken met de metamorfose als er genoeg voedsel in de vorm van roodwieren aanwezig is. Aspirine (acetylsalicylzuur) zorgt ervoor dat deze natuurlijke start van de metamorfose geblokkeerd wordt.
Larven van de Amerikaanse dikkop-elrits, een zoetwatervis, ruiken hun natuurlijke vijand niet meer onder invloed van antidepressiva en zijn daardoor een makkelijke prooi.

“Als je bedenkt dat er nog maar weinig onderzoek is gedaan naar dit soort verstoringen, kun je je makkelijk voorstellen dat er veel meer problemen zijn waar we geen idee van hebben” aldus van Donk.

Voorkomen is beter dan genezen
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons oppervlaktewater gezond is voor waterorganismen? Verder onderzoek is zeker belangrijk legt van Donk uit. Welke concentratie medicijnresten is nog veilig? Hoe kunnen we afvalwater zuiveren? Micro-organismen en algen kunnen hierbij een rol spelen. En kunnen we bij ziekenhuizen, waar zo’n 10% van de medicijnen wordt gebruikt, ervoor zorgen dat afvalwater eerst gezuiverd wordt van medicijnen, voordat het in het riool komt?

Uiteindelijk ligt ook een deel van de oplossing bij onszelf: gebruik (uiteraard in goed overleg met je arts) alleen wat je nodig hebt, en gooi resten niet in het riool of in de prullenbak, maar breng ze naar de apotheek of milieustraat.

Zie lezing van Prof.dr. Ellen van Donk over Medicijnresten en zoetwaterecologie op 25 September 2017 in Diligentia, Den Haag (Bron: Koninklijke Maatschappij voor Natuurkunde - Diligentia)