Japanse duizendknoop profiteert van (onzorgvuldig) maaibeheer1 juni 2018 Het wordt weer zomer en de maaimachines draaien op volle toeren. Mede dankzij het huidige maai- en klepelbeheer kan Japanse duizendknoop zich in razend tempo verspreiden. Bestrijding van Japanse duizendknoop is moeilijk, maar aan het voorkomen van verspreiding kunnen we allemaal bijdragen. FLORON adviseert de soort in kaart te brengen en direct te stoppen met het regulier maaien van groeiplaatsen. Japanse duizendknoop is voor menig ecoloog, wegbeheerder, tuinliefhebber en huiseigenaar een hoofdpijndossier. Deze invasieve exoot vormt dichte populaties die alle overige plantensoorten wegconcurreren. Daarnaast heeft Japanse duizendknoop een dusdanig sterke groeikracht, dat zij zelfs dwars door beton en asfalt heen groeit. Hierdoor kan schade aan wegen, leidingen, bruggen en gebouwen ontstaan. Dit brengt de nodige kosten en in het ergste geval de nodige (veiligheids)risico’s met zich mee. Japanse duizendknoop is een opvallende plant met een forse, rechtopstaande stengel die blauwgroen tot roodachtig gekleurd is. De bladeren zijn eirond tot driehoekig. In augustus en september ontstaan fraaie smalle pluimen met witte bloemen. Ondergronds vormt Japanse duizendknoop een enorm groot en diepliggend wortelstelsel. De soort neemt in Nederland nog steeds toe. Verbreiding door Nederland Daarnaast vormt maaibeheer een minder bekende manier waarop de soort zich door het land verspreidt. Door maaien, en vooral door klepelmaaien, wordt de plant in stukken gehakt. Via de maaimachines of bij het afvoeren van het maaisel komen plantfragmenten op nieuwe plekken terecht. Japanse duizendknoop is als geen andere soort in staat om uit die fragmenten gewoon weer uit te groeien. En als maaisel met Japanse duizendknoop niet goed wordt gecomposteerd, kunnen fragmenten het composteerproces overleven en met die compost nieuwe plekken koloniseren. Om verspreiding door maaibeheer te voorkomen, moet er bij het maaien veel ‘schoner’ worden gewerkt, waarbij machines na het maaien van duizendknopen schoongemaakt worden en waarbij het maaisel volledig wordt afgevoerd. Tijdens het afvoeren moet worden voorkomen dat er met maaisel wordt geknoeid. Vervolgens moet het maaisel worden verwerkt door een erkend bedrijf dat weet hoe het gemaaide materiaal van de invasieve exoot moet worden verwerkt zodat het niet langer levensvatbaar is. Als dit te duur is moeten we net als in Engeland en Canada misschien zelfs stoppen met het maaien van Japanse duizendknoop. De gespaarde populaties zullen dan mogelijk doorgroeien, maar de soort kan in ieder geval minder makkelijk nieuwe plekken bereiken. Voorkomen is beter dan genezen Een sterke aanbeveling aan onder andere bermbeheerders is dus om per direct te stoppen met maaien (en zeker klepelmaaien!) op locaties met Japanse duizendknoop. Als er bijvoorbeeld om redenen van verkeersveiligheid wel moet worden gemaaid, is het belangrijk dat er wordt gemaaid met een cyclomaaier of maaibalk en dat het maaisel (met Japanse duizendknoop) zorgvuldig en volledig wordt afgevoerd en verwerkt. Voor particulieren geldt dat uit de tuin verwijderde planten niet in de natuur of het openbaar groen horen, maar bij voorkeur bij het restafval. Direct doorgeven waarnemingen helpt verdere verspreiding voorkomen Landelijke bestrijding van Japanse duizendknoop is op dit moment nog niet haalbaar, maar samen kunnen we er wel voor zorgen dat deze invasieve exoot zich minder snel uitbreidt. Naast Japanse duizendknoop zijn er de sterk gelijkende Afghaanse duizendknoop, Sachalinse duizendknoop en Bastaardduizendknoop. Ze geven vergelijkbare problemen, maar zijn vooralsnog minder wijd verspreid.
|