Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
       


Insectenexplosie bij patrijzenproject PARTRIDGE

3 juli 2018

Het aantal insecten in Nederland is de afgelopen 30 jaar met wel 75 procent achteruit gehold. Insectenetende vogels krijgen daardoor zware klappen. De patrijs bijvoorbeeld is bijna verdwenen in Nederland. In de proefgebieden van het project PARTRIDGE vond het afgelopen jaar echter een explosieve toename van insecten plaats. “Met de juiste maatregelen, kunnen insecten zich snel herstellen."

Met het EU-Interregproject PARTRIDGE proberen Brabants Landschap, Het Zeeuwse Landschap, Landschapsbeheer Zeeland en Vogelbescherming Nederland samen met landbouwers, agrarische collectieven, wildbeheereenheden en vogelwerkgroepen te laten zien dat een hoge biodiversiteit en moderne landbouw hand in hand kunnen gaan. De ernstig bedreigde patrijs is het boegbeeld van het project. In twee proefgebieden van elk 500 hectare gaan we voor niet minder dan 30 procent biodiversiteitswinst. Dat doen we door het aanplanten van hagen en het aanleggen van ‘keverbanken’ (vijftig centimeter verhoogde stroken van drie meter breed ingezaaid met een gras-en-kruidenmengsel), akkerranden, winterstoppelvelden en percelen met bloemen en kruiden. En die aanpak blijkt te werken.

Explosieve toename op keverbanken en bloemenpercelen
Na twee jaar laten de cijfers al een toename zien van patrijzen, wintervogels en hazen. Maar met name de toename van insecten is spectaculair. Vooral het afgelopen jaar lieten de insecten een explosieve groei zien. Jochem Sloothaak, Coördinator Soortenbescherming bij het Brabants Landschap: “De verschillen met ons referentiegebied waar geen maatregelen zijn genomen, zijn erg groot. We zijn superblij, want dit is toch wat we uiteindelijk willen. Meer insecten betekent dat het onderin de voedselpiramide weer de goede kant op gaat.” En natuurlijk betekent het ook heel goed nieuws voor alle insectenetende vogels, niet in de laatste plaats voor de patrijs.

Direct succes in 2017
De conclusies na het eerste monitoringjaar in 2017 zijn positief over de effecten van de maatregelen. Er kan worden gesteld dat, al in het eerste jaar van aanleg van de maatregelen, een substantiële verhoging van de soortenrijkdom (diversiteit) en het aantal insecten (massa) heeft plaats gevonden. De stijgende lijn in het aantal insecten begon op het cruciale moment voor de kuikens van akkervogels. Sloothaak: “Kuikens van de patrijs worden eind mei geboren en zijn de eerste drie weken volledig afhankelijk van een groot aanbod en diversiteit aan insecten. Dat zat in onze projectgebieden wel goed.” Nog een treffend voorbeeld: in 2017 zijn op alle locaties waar voor PARTRIDGE maatregelen zijn genomen ruim drie keer zo veel soorten kevers aangetroffen dan op locaties zonder maatregelen.

Nieuwe insectensoorten gevonden
Niet alleen de hoeveelheid insecten is toegenomen, ook de diversiteit neemt snel toe. Jochem Sloothaak is enthousiast: “Wekelijks gaan onderzoekers en studenten het veld in om inventarisaties uit te voeren. Dit jaar worden bijna in iedere monitoringronde nieuwe insectensoorten aangetroffen. Denk aan de gekorrelde veldloopkever, de gele glimmer, de grote spitskop en de behaarde schaduwwants. Een teken dat niet alleen de aantallen, maar ook de diversiteit aan het herstellen is. Akkervogels hebben namelijk een breed scala aan insecten nodig en niet elke dag een boterham met kaas.”

Enorme toename in 2018
Uit het onderzoek - uitgevoerd door ecologisch adviesbureau Maasarend en studenten - blijkt dat er grote verschillen zijn waar te nemen met de eerste meetmomenten in 2017. Met name op de keverbanken is sprake van een explosieve toename van het gemiddelde aantal insecten per bodemval. Dat geldt ook voor bladluizen, wantsen, zweefvliegen, hommels, libellen en vlinders. Sloothaak: “Het is een teken dat de biodiversiteit toeneemt en dat we met PARTRIDGE heel goed op weg zijn. Daar profiteert de patrijs van, maar ook heel veel andere vogels en dieren. En het mooie is dat ons werk wordt opgepikt. Heel veel agrarische natuurverenigingen en andere terreinbeheerders komen bij ons kijken hoe we het doen en willen onze aanpak overnemen. En onze keverbanken zijn zelfs dit jaar al door de overheid geadopteerd als effectieve methode van agrarisch natuurbeheer. Dat is natuurlijk geweldig! Zo kan hopelijk op veel meer plekken in Nederland de biodiversiteit op het boerenland de broodnodige impuls krijgen.”