Dood hout moet!20 aug 2018 Het aantal soorten doodhoutkevers in Nederland lijkt toe te nemen. De afgelopen jaren zijn er veel soorten als nieuw voor Nederland gepubliceerd. Helaas is er de laatste jaren een kentering te bespeuren. Onder andere door de toegenomen vraag naar hout voor energieopwekking wordt er meer dood hout uit de bossen verwijderd. Dat schaadt de biodiversiteit van de Nederlandse bossen. Het lijkt goed te gaan met de Nederlandse doodhoutkevers. Alleen al in 2017 en 2018 werden al tien nieuwe soorten voor Nederland gepubliceerd, waaronder de prachtkevers Agrilus ater en Lamprodila festiva, de dwergschorskever Laemophloeus kraussi, de zwartlijven Allecula rhenana en Corticeus fasciatus, de kerkhofkever Rhizophagus fenestralis en de somberkever Synchita undata. De familie netweekschildkevers (Lycidae), waarvan de larven in rottend hout leven, was tot voor 2017 in Nederland bekend van slechts twee soorten. Dat aantal werd met de vondsten van Platycis minutus, Pyropterus nigroruber en Dictyoptera aurora meer dan verdubbeld. Eén van de redenen voor dit succes is dat er sinds de jaren 1980 minder (dood) hout uit de bossen wordt verwijderd. Meer dood hout lijkt tot een grotere biodiversiteit te leiden. Helaas is er de laatste jaren een kentering te bespeuren en wordt, onder andere door de toegenomen vraag naar hout voor energieopwekking en vaak met als reden besmetting met 'gevaarlijke kevers', meer (dood) hout uit de bossen verwijderd. Vorige maand werd er zelfs opgeroepen om in Noord-Oost Nederland resterend dood stormhout van de januaristorm zo spoedig mogelijk uit de bossen te halen omdat een plaag van de letterzetter zou dreigen. En dat terwijl er na deze storm al 6000-7000 kubieke meter stormhout uit het gebied werd afgevoerd. De letterzetter (Ips typographus) is een schorskever waarvan de larven zich ontwikkelen onder de schors van diverse soorten verzwakte of recent gestorven naaldbomen. Incidenteel tasten deze kevers ook vitale bomen aan, maar uitbraken met grote schade tot gevolg treden alleen op in eenvormige monoculturen van met name fijnspar. In gevarieerde natuurlijke bossen is het risico op plagen waarbij grote sterfte optreedt onder gezonde bomen veel geringer. Vroeger bestond in Nederland een verordening die boseigenaren verplichtte dood hout uit hun bossen te verwijderen om uitbraken van de letterzetter te voorkomen. Deze werd in 2010 afgeschaft omdat het beeld over dood hout sterk veranderd was, de Nederlandse bossen veel gevarieerder geworden waren en onderzoek had aangetoond dat het weghalen van dood hout een eventuele uitbraak niet kon voorkomen, hoogstens verkleinen. Oproepen tot het verwijderen van dood hout heeft dus weinig nut en schaadt bovendien de biodiversiteit van de Nederlandse bossen. De zorg voor biodiversiteit is ook in productiebossen vaak een doelstelling. De bovengenoemde oproep kwam daarbij ook aan de late kant. Het verwijderen van stormhout zo laat in het jaar heeft nog minder zin omdat de kevers dan inmiddels zijn uitgevlogen. Daarbij kan het laten liggen/staan van eerder door letterzetters aangetaste bomen juist leiden tot een snellere aanwas van een populatie van natuurlijke vijanden van de letterzetter, die kan bijdragen aan de vermindering van een eventuele uitbraak. Dat het ook anders kan bewijst het Brabants Landschap. Een door een supercel (heftig noodweer) getroffen en zwaar gehavend dennenbos in Sterksel werd met rust gelaten. Dood hout mocht blijven staan en liggen. Twee jaar later bezocht EIS Kenniscentrum Insecten het gebied. Op de kwijnende en dode dennen werden 93 soorten kevers gevonden. Daaronder de zeer zeldzame Allonyx quadrimaculatus die in Duitsland te boek staat als 'met uitsterven bedreigd'.
|