Provincies stimuleren maatschappelijke betrokkenheid bij natuur en leren van vernieuwingen in het
natuurbeleid
Provincies hebben de ambitie om maatschappelijke betrokkenheid bij natuur te versterken. Provinciale programma’s met doelen voor maatschappelijke betrokkenheid helpen om groepen burgers te interesseren en hun initiatieven richting te geven. Structurele ondersteuning en betrokkenheid van provincies bij maatschappelijke initiatieven zijn een belangrijke voorwaarde voor succesvol beleid. Lerend vermogen helpt provincies om te reflecteren op nieuwe strategieën voor natuurbeleid en om ervaringen hiermee effectief om te zetten naar wijzigingen in hun aanpak. Om ambities uit het Natuurpact te realiseren moeten leerprocessen beter worden georganiseerd. Dit blijkt uit twee achtergrondstudies bij de Lerende evaluatie van het Natuurpact 2020 (PBL & WUR).
Alle provincies hebben de ambitie om de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur te versterken. Ten opzichte van de eerste evaluatie van het Natuurpact (PBL en WUR, 2017) hebben provincies het beleid verder uitgewerkt en daarbij ook doelen geformuleerd voor welzijn, gezondheid, beleving en biodiversiteit. Lerend vermogen is het vermogen in een organisatie om te reflecteren op de ervaringen met hun acties en dit effectief om te zetten naar wijzigingen in hun aanpak. Om de ambities van het Natuurpact te kunnen realiseren, hebben provincies sinds 2011 nieuwe strategieën ontwikkeld en zijn zij volop bezig met de uitwerking en uitvoering daarvan. Daarbij experimenteren provincies met vernieuwende beleidsstrategieën binnen het natuurbeleid.
Strategieën om maatschappelijke betrokkenheid te versterken
Voor provincies is het versterken van maatschappelijke betrokkenheid een doel op zich. Maar maatschappelijke betrokkenheid bij natuur is naast een eigenstandig doel ook een middel om andere doelen te realiseren, bijvoorbeeld op het gebied van natuur, gezondheid en economie. Provincies hebben hierdoor meervoudige doelen die zij willen bereiken met maatschappelijke betrokkenheid bij natuur. Uit het onderzoek Provinciaal beleid voor maatschappelijke betrokkenheid bij natuur – het beleid nader bekeken in 8 casussenblijkt dat provincies twee hoofdstrategieën inzetten om maatschappelijke betrokkenheid te versterken; het stimuleren van gebruik en beleving van natuur en het stimuleren van actieve bijdrage door burgers voor natuur. Ze zetten daarbij in op een gevarieerd palet aan sturingsinstrumenten, waarvan financiële sturing een belangrijk onderdeel is. De onderzochte provinciale programma’s en regelingen gericht op het versterken van maatschappelijke initiatieven dragen bij aan het ontstaan van nieuwe bewonersgroepen, burgerinitiatieven en initiatieven van scholen en zorginstellingen die zich actief inzetten voor natuur. Evaluaties van afzonderlijke programma’s laten een bescheiden toename zien.
Nadruk bij provincies op verbeterend leren, vernieuwend leren nog beperkt
In het onderzoek ‘Lerend vermogen van provincies voor natuurbeleid in transitie’wordt geconstateerd dat provincies bij het realiseren van ontwikkelopgaves in het Natuurnetwerk vooral leren hoe ze hun beleidsstrategieën goed kunnen uitvoeren en hoe het beter zou kunnen (verbeterend leren – ‘doen we de dingen goed’). Ze leren hoe zij een natuuropgave kunnen combineren met het betrekken van maatschappelijke partijen als partners of trekkers in een gebiedsproces. Binnen het natuurnetwerk beperken vaste natuurdoelen reflectie op de beoogde ambities, doelen en onderliggende veronderstellingen (vernieuwend leren- ‘doen we de goede dingen’). Buiten het natuurnetwerk is er op kleine schaal ook sprake van vernieuwend leren over de faciliterende rol van provincies bij maatschappelijke initiatieven. Er is sprake van vernieuwing wanneer maatschappelijke betrokkenheid bij natuur verder gaat dan draagvlak en aanzet geeft tot een integrale aanpak voor welzijn, gezondheid en beleving van natuur.
Structurele ondersteuning van maatschappelijk initiatief en leerprocessen structureler en doelbewuster organiseren
In het onderzoek naar ’Provinciaal beleid voor maatschappelijke betrokkenheid bij natuur’ wordt geconstateerd dat de meervoudige sturing, meervoudige doelen en de complexe relaties daartussen monitoring, meetbare evaluaties en verantwoording ingewikkeld maken. Uit het onderzoek blijkt dat continuïteit en structurele ondersteuning en betrokkenheid, zowel van vrijwilligers en medewerkers als in financiering, belangrijke voorwaarden zijn voor succesvol beleid voor maatschappelijke betrokkenheid. Ook samenwerking met lokale partners, maatwerk in de aansturing en draagvlak bij politiek en bestuur zijn belangrijke factoren.
In het onderzoek naar ‘Lerend vermogen van provincies voor natuurbeleid in transitie’ wordt geconstateerd dat leren bij provincies afhankelijk is van individuele sleutelfiguren en al werkenderwijs plaatsvindt in interactie met de betrokken partijen in het project of gebiedsproces. Het blijkt een uitdaging om de individuele leerervaringen te laten weerklinken in de organisatie. Daarnaast zijn vrijwel alle programma’s ‘actiegericht’ en vindt leren informeel plaats binnen een context waarin het geen expliciet hoofddoel is en systematische ondersteuning van leren veelal afwezig is. Het meer structureel en doelbewust inbouwen van aandacht voor leren zou een positieve bijdrage kunnen hebben aan het opschalen en institutionaliseren van opgedane lessen uit de integrale en gebiedsgerichte projecten, richting de provincie als geheel. Hiermee zouden de huidige sectorale kaders, dominante werkwijzen en strategische besluitvorming beïnvloed kunnen worden.
Met het in 2013 gesloten Natuurpact tussen Rijk en provincies zijn de provincies verantwoordelijk geworden voor natuurbeheer, natuurbehoud en natuurontwikkeling binnen de provincie. Het Rijk en de provincies hebben daarbij afspraken gemaakt over de ambities en financiering van het Nederlandse natuurbeleid tot 2027. In twee recent uitgebrachte achtergrondstudies bij de Lerende evaluatie van het Natuurpact 2020 ‘Provinciaal beleid voor maatschappelijke betrokkenheid bij natuur – het beleid nader bekeken in 8 casussen’ (WUR/PBL) en ‘Lerend vermogen van provincies voor natuurbeleid in transitie’ (PBL/WUR/VU) zijn de provinciale strategieën voor het versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur en het lerend vermogen van provincies onderzocht.