Omgaan met watercrassula in natuurgebieden
12 juni 2020
In het bestek van enkele jaren heeft watercrassula zich ontwikkeld van een onbekend plantje tot een nachtmerrie voor menig terreinbeheerder. Hoe kan je het beste omgaan met watercrassula bij het natuurbeheer en bij de inrichting van nieuwe natuurgebieden? Deze vraag wordt beantwoord in de brochure ‘Omgaan met watercrassula in natuurgebieden’.
In een razend tempo heeft de uit Australië afkomstige waterplant zich in grote delen van Nederland gevestigd. Regelmatig breidt de soort zich in deze gebieden snel uit ten koste van inheemse planten- en diersoorten. Zo ook in de Gelderse Achterhoek. Vandaar dat de provincie Gelderland Stichting Bargerveen om advies heeft gevraagd. Die vraag heeft uiteindelijk weer geleid tot een brochure die landelijke betekenis heeft.
Regelmatige monitoring is nodig om snel te kunnen ingrijpen wanneer watercrassula opduikt. Dan is het wel handig om de plant te kunnen herkennen. Dat is niet altijd gemakkelijk. Watercrassula past zich aan de groeiplaats aan en heeft daardoor verschillende groeivormen. Op droge oevers is de plant gedrongen en vlezig als een vetplant, maar in het water zijn de stengels en bladeren lang en dun. Op een voedselarme bodem is watercrassula klein en kruipend, maar als er meer voedingsstoffen zijn, dan vormt de soort een decimeters dikke mat. Elk van deze groeivormen kan verward worden met inheemse soorten, die in hetzelfde milieu voorkomen.
Het maken van de juiste keuze in het beheer van watercrassula hangt af van verschillende factoren. Volledige eliminatie heeft de grootste kans van slagen wanneer een besmetting klein en geïsoleerd is en drooggelegd kan worden. Meestal wordt er echter niet aan deze voorwaarden voldaan en is het beheer een stuk lastiger. In dat geval kunnen maatregelen worden genomen om te voorkomen dat watercrassula andere plantensoorten overwoekert. Er zijn verschillende methoden om de soort terug te dringen, zoals het afdekken met folie, afplaggen en behandelen met heet water. Helaas groeit watercrassula vrijwel altijd binnen één of enkele jaren weer even sterk uit. Het is dus verstandig om na te gaan of de groei van de soort op een lager niveau gestabiliseerd kan worden. Of dat mogelijk is, hangt vooral af van de voedselrijkdom van het gebied. Als de beschikbaarheid van voedingsstoffen laag is of als er maatregelen genomen kunnen worden om deze te reduceren dan zijn er goede perspectieven om de groei van watercrassula zodanig af te remmen dat de inheemse vegetatie zich goed kan ontwikkelen.
Watercrassula weet zich vaak te vestigen in natuurontwikkelingsgebieden en kan daar de ontwikkeling van inheemse soorten dwarszitten. Daarom worden in de brochure ook maatregelen beschreven voor gebieden waar de soort nog niet voorkomt, maar die er wel gevoelig voor zijn. Dat zijn maatregelen om de vestiging van watercrassula tegen te gaan, zoals het tijdelijk weren van recreanten en watervogels, maar ook het stimuleren van natuurlijke concurrenten. De vegetatie van inheemse planten heeft dan tijd zich te ontwikkelen waardoor de vestiging van watercrassula in een later stadium wordt belemmerd en deze soort niet meer zo snel gaat domineren. De brochure geeft ook tips voor schoon werken in gebieden met watercrassula.