Nieuw overzicht boerenlandvogels schetst treurig beeld
31 okt 2020
De nieuwe Boerenlandvogelbalanslaat zien dat vogels van het open boerenland, zoals de grutto en de patrijs, sinds 1990 met bijna zeventig procent afnamen. Vogels die op erven en in struweel in het buitengebied broeden, bleven nagenoeg stabiel.
Cijfers per provincie schetsen een somber beeld als het gaat om de broedprestaties van bekende vogels als de scholekster en kievit. Ze hebben te lijden onder het geïntensiveerde landgebruik en de daarmee samenhangende verdroging, vermesting en versnippering. Minder voedsel en meer predatie zijn daar directe gevolgen van. Op vrijdag 30 oktober overhandigen organisaties het nieuwe overzicht van de cijfers van boerenlandvogels aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Boerenlandvogelbalans
Vrijdagmiddag overhandigde directeur Theo Verstrael van Sovon Vogelonderzoek Nederland digitaal het eerste exemplaar van de Boerenlandvogelbalans aan Donné Slangen, directeur Natuur en Biodiversiteit van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De balans is samengesteld door Sovon, LandschappenNL en de Bond Friese VogelWachten (BFVW). De basis ervan bestaat uit gegevens die door hun vele duizenden vrijwilligers zijn verzameld.
Treurig totaalbeeld
Het totaalbeeld van de gegevens van 26 soorten die vooral in het boerenland voorkomen, is weinig rooskleurig. Onderzoeker Erik Kleyheeg van Sovon: "We zien niet alleen een achteruitgang in de aantallen, ook de verspreiding wordt minder en bovendien loopt het nest- en broedsucces terug". De Boerenlandvogelbalans zoomt in op verschillende vogelgroepen. De vogels van het open boerenland (grasland en akkers) en de vogels die op erven en in struwelen voorkomen. De groep van het open boerenland is in nog geen dertig jaar tijd met bijna zeventig procent afgenomen. De grootste verliezers zijn de scholekster, grutto en wulp. Bij de kievit en patrijs gaat de afname in het afgelopen decennium zelfs sneller dan voorheen.
Erf- en struweelvogels wisselend, maar stabiel
De groep erf- en struweelvogels laat een wisselend beeld zien, dat per saldo stabiel is sinds 1990. Zo doet de putter het erg goed, maar de zomertortel juist bijzonder slecht. De veranderingskaart geeft voor deze groep vooral aantalsafnames in het zuiden en westen van ons land weer, terwijl de aantallen in het noordoosten juist toenemen.
Laag nestsucces
Vrijwilligers van de BFVW en LandschappenNL controleren jaarlijks veel nesten van vogels in het open boerenland. Het merendeel is van kievit, grutto, tureluur en scholekster. Ongeveer de helft van deze vrijwilligers is actief in Fryslân. "In Fryslân hebben de grutto en andere weidevogels het zwaar. Diepteontwatering, monocultuur en de vele aanwezige roofdieren zorgen ervoor dat er te weinig kuikens uitvliegen", vat Inge van der Zee van de Bond Friese VogelWachten samen. "Er moeten heel snel flinke stappen gezet worden om de situatie te verbeteren". De gegevens laten zien dat het nestsucces ten opzichte van 2012, gepubliceerd in de Weidevogelbalans 2013, sterk daalde. Het overgrote deel van de nestverliezen wordt toegeschreven aan predatie. Voor een verbetering van de vogelstand moeten voldoende eieren uitkomen. Minstens zo belangrijk is dat deze kuikens vervolgens overleven. Maar uit tellingen blijkt een gestage daling van die kuikenoverleving.
Vooruitblik
Naast allerlei cijfers over de (stand van de) vogels geeft de balans ook informatie over weidevogelvriendelijk beheer binnen reservaten en op agrarisch land. Verder wordt ingegaan op de veranderingen in de leefomgeving van de boerenlandvogels. Ook verdroging, predatie en teruglopend voedselaanbod zijn factoren binnen het complexe geheel die voor veel soorten negatief uitpakken. De balans sluit af met een voorzichtig optimistische blik op kansen in de nabije toekomst. "Binnen het landelijk gebied spelen veel beleidsmatige en praktijkontwikkelingen rondom biodiversiteit en klimaatverandering. Een goede uitwerking van deze thema’s levert kansen op voor onze boerenlandvogels", aldus Theo Vogelzang van LandschappenNL.