Natuurbehoud bij woningbouw door parkinclusief ontwikkelen
31 aug 2020
Utrecht groeit. In de komende 20 jaar komen er zo’n 145.000 woningen bij om de bevolkingsgroei in onze regio op te vangen. Hoe doen we dit op zo’n manier dat de natuur behouden blijft? De provincie Utrecht buigt zich samen met inwoners, bedrijven, organisaties en andere overheden over deze uitdaging. De oplossing? Parkinclusief ontwikkelen. Tenminste, als je het aan studente Sabine Boukens vraagt. Zij deed voor de provincie Utrecht een onderzoek naar dit gloednieuwe concept en kreeg daarvoor een 9. Daardoor studeerde ze cum laude af.
Wat is parkinclusief ontwikkelen?
“Parkinclusief ontwikkelen betekent dat je een gebied of woonwijk vermengt met het landschap waarin je bouwt. Of je nou binnen of buiten de stedelijke contouren wil ontwikkelen: je gooit niet zomaar alles plat om blanco een nieuwe woonwijk te bouwen, maar je behoudt zo goed mogelijk het landschap waarin je dat doet. Staan er oude bomen? Zijn er hoogteverschillen? Is er bos? Welke dieren en planten komen voor? Al deze bestaande kwaliteiten probeer je zo goed mogelijk te integreren in de wijk. Zo hoef je als inwoner maar naar buiten te lopen om in het groen te zijn, zelfs als je middenin de stad woont. Dat is goed voor de ontspanning en dus ook voor je gezondheid.”
Wat heb jij voor de provincie Utrecht onderzocht?
“Ik heb onderzocht wat parkinclusief ontwikkelen eigenlijk inhoudt en hoe de provincie het kan toepassen in de praktijk. Toen ik begon was de term gloednieuw. Stedelijk ontwikkelaar Martine Sluijs had de term bedacht en beschreven dat er drie voorwaarden zijn om op een groene manier te verstedelijken:
1. Er is draagvlak in de hele gemeenschap;
2. De financiering is goed geregeld;
3. Je past de juiste principes toe bij je ruimtelijke ontwikkeling.
Ik heb in mijn onderzoek gekeken naar het aspect van de ruimtelijke inrichting. Nadat ik een definitie had opgesteld van parkinclusief ontwikkelen, heb ik aan de hand van een aantal voorbeeldprojecten negen inrichtingsprincipes opgesteld. Deze kan iedereen die iets wil met parkinclusief ontwikkelen gaan toepassen. Dus niet alleen de provincie, maar ook gemeenten, projectontwikkelaars en andere geïnteresseerden.”
Wat zijn de belangrijkste inrichtingsprincipes?
“Ze zijn allemaal belangrijk, maar ik vind zelf dat je bestaande beplanting echt moet laten staan. Het is een simpel principe, maar zo belangrijk. Bomen geven een plek karakter en er zit een emotionele waarde aan vast. Die haal je niet zomaar weg. Verder vind ik het aanleggen van corridors een interessante. Dat zijn groene verbindingen die stedelijke parken letterlijk verbinden met de natuur buiten de stad. Stel je voor dat je vanuit het Wilhelminapark in Utrecht helemaal door het groen naar de Utrechtse Heuvelrug kunt? Dat zou toch fantastisch zijn en heel veel mensen aanzetten tot meer beweging? Als laatste vind ik dat het inrichtingsprincipe ‘ontwikkel natuurinclusief’ ook een onderdeel zou moeten zijn van elk ontwikkelproject. Bouw je ergens huizen? Dan moeten er ook groene daken en gevels komen. Ik snap eigenlijk niet waarom dat nog niet overal gebeurt.”
Is parkinclusief ontwikkelen echt haalbaar?
“Dat denk ik wel. Er zijn genoeg plekken op de wereld waar al op deze manier wordt gebouwd. Denk aan Londen, waarvan het stedelijk gebied voor de helft uit groen bestaat. Ondanks de negen miljoen inwoners komen daar 15.000 diersoorten voor. Ook dichtbij huis zijn er mooie voorbeelden. In Zeist ligt er een nieuwe woonwijk Kerckebosch, waar ze op zo’n manier hebben gebouwd dat de natuur zo min mogelijk is verstoord. Ze hebben niet alleen rekening gehouden met de bestaande bomen en het reliëf van de bodem, maar ook scheggen van heide laten liggen, waardoor de bestaande natuur letterlijk de woonwijk binnendringt.”
Waarom passen we parkinclusief ontwikkelen nog niet grootschalig toe?
“Ik denk dat de kracht van groen vaak onderschat wordt. En er komen heel wat verschillende partijen, belangen en expertises samen, wat het niet eenvoudiger maakt. Parkinclusief ontwikkelen gaat over ruimtelijke ordening, gezonde leefomgeving, duurzaamheid en natuur. Er zijn lokale, regionale, landelijke en commerciële belangen in het spel, die niet altijd met elkaar samengaan. Al met al zijn er dus best wat drempels om te overwinnen, maar er is ook genoeg bewijs dat het bijdraagt aan gezondheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Dus ik zou zeggen: begin er gewoon aan, ga het toepassen, leer van wat je tegenkomt en ontwikkel door.”
Ga jij daar zelf een handje bij helpen?
“Ik ben nu 22 en ga binnenkort met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen aan de slag bij de gemeente Medemblik. Ik heb deze scriptieaardig in mijn hoofd zitten en zal ze zeker laten weten wat parkinclusief ontwikkelen inhoudt. Het lijkt mij gaaf als ik later, onderweg naar huis, door een parkinclusieve leefomgeving heen kan fietsen met het besef: hier heb ik zelf aan meegewerkt. Dan is mijn ultieme droom uitgekomen.”