Kabinet organiseert teleurstelling voor boeren, bouwers en biodiversiteit
24 april 2020
Vandaag presenteerde het kabinet een set van maatregelen om stikstof terug te dringen en natuurherstel mogelijk te maken. Natuur- en milieuorganisaties waarschuwen: de voorgestelde stikstofreductie is te laag. Zo blijft de natuur achteruitgaan, komen we onze wettelijke verplichtingen niet na en raken we niet uit de stikstofimpasse.
Het voorstel van het kabinet biedt – in het beste geval – slechts de helft van de reductie die nodig is. Bovendien wordt uitgegaan van streefwaarden, terwijl harde doelen met wettelijke borging nodig zijn. Alleen dan ontstaat er zekerheid voor economische ontwikkeling en daadwerkelijk natuurherstel.
Geen duurzaam juridische oplossing
Het gebrek aan zekerheid is één van de belangrijkste omissies; voor de woningbouw maar ook voor de transitie in de landbouw en het natuurherstel. Sinds het PAS-arrest (Arrest Europees Hof over Programma Aanpak Stikstof) weten we dat niet alleen de stikstofdepositie niet daalt, maar is het ook in het juridische domein duidelijk geworden dat natuurherstel uitblijft. Er wordt ontzettend hard gewerkt in beheer en bescherming; door boeren, beheerders en bedrijven maar de soorten en habitats herstellen niet. We weten in Nederland heel veel over verspreiding en aantalsontwikkeling van soorten, maar die kennis zetten we nog nauwelijks in om te komen tot bewezen effectieve beheermaatregelen op lokaal niveau. Die bewezen effectiviteit is niet alleen bij het stikstofdossier van belang, maar bijvoorbeeld ook bij natuurcompensatie die volgt uit de ADC-toets. Er staat 48 keer het woord ‘wetenschappelijk’ in het PAS-arrest over natuurvergunningen; de juridisch duurzame oplossing komt er alleen als er verder onderzoek gedaan wordt naar de effectiviteit van beheer en herstelmaatregelen, die dan bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor gecertificeerde gedragscodes.
Tunnelvisie
Een belangrijke oorzaak van de vele onzekerheden is dat in de natuur soorten en habitats afhankelijk zijn van meerdere factoren. Hier wreekt zich de tunnelvisie en de sectorale aanpak van het kabinet. Het kabinet kijkt met een stikstofbril naar de natuur, maar zou door een natuurbril naar stikstof moeten kijken. En naar de andere milieucondities. In de ‘alle ballen op stikstofbenadering’ organiseer je je eigen teleurstelling. Wanneer de stikstofuitstoot op orde is, hebben de soorten nog last van de droogte als gevolg van peilverlaging en klimaatverandering. Het voornemen om als ‘oplossing’ mest uit te spoelen met water bijvoorbeeld, biedt in dit verband weinig hoop op een aanpak die ook voor de soorten enig soelaas biedt.
Basiskwaliteit voor natuur is niet in orde
In de afgelopen eeuw zijn natuur en landbouw steeds verder uit elkaar gegroeid. Nu zijn we zover dat er bij natuurreservaten geen plaats meer is voor landbouw, en dat in de veelal intensieve landbouwgebieden de biodiversiteit zo goed als geheel verdwenen is. Dus keert de wal het schip. Investeren in natuurherstel zonder transitie in de landbouw is dweilen met de kraan open. De stikstofcrisis, maar ook de massale insectensterfte laten zien dat natuurbeheer weinig zinvol is als we niet de basiskwaliteit voor de natuur in orde brengen. De droogte, de bodem, de vele dierziekten en plagen, het verdwijnen van bestuivers en de leegloop op het platteland laten zien dat landbouw geen toekomst heeft als we niet ook natuur en landschap weer in orde brengen. Het is een gigantische opgave die wezenlijk anders is dan het uitkopen van piekbelasters.
Nederland heeft bovendien een bijzondere opgave: bij de aanwijzing van Natura2000 wilden de boeren de helft van de natuur voor hun rekening nemen en zijn de gebieden bewust klein gehouden. De helft van de soorten en habitats die we in het kader van Natura2000 hebben aangewezen, is voor hun voortbestaan afhankelijk van gebieden die we niet begrensd hebben als natuurreservaat. Het gaat voornamelijk om graslanden en veenweiden, en soorten als knoflookpad, rugstreeppad, weidevogels, poldervissen en veel andere typisch boerennatuur. Met de huidige focus op de N2000 gebieden ga je er niet komen.
Instrumentarium voldoet niet
Onder Rutte1 hebben we het natuurbeleid beperkt tot datgene waaraan we ons wettelijk verplicht hebben. ‘Nationale Koppen eraf; we doen alleen wat moet van Europa’. Als je dan wil participeren, ligt er dus alleen een juridisch instrumentarium. De landelijke regering heeft een wet gemaakt en getekend voor de systeemverantwoordelijkheid, het beleid is gedecentraliseerd naar de Provincies. In de eerste evaluatie van het Natuurpact dat door Rijk en Provincies werd gesloten, concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving al dat de optelsom van de inspanningen van de provincies niet zou leiden tot een gunstige staat van instandhouding van onze soorten en habitats. Een meer recente evaluatie van Bastmeier en Van Kreveld (2020) laat zien dat provincies zich wisselend inspannen, maar dat we op de huidige manier als land onze verplichtingen niet na gaan komen. Hier zit ook een weeffout: de aangegane verplichtingen gaan over een landelijk gunstige staat van in stand houding van een soort of een habitat. Het is niet duidelijk hoe je zo’n verplichting door twaalf deelt. Kun je de provincie Limburg aanspreken als we onze doelen voor de grijze duinen niet halen? Hoe verdeel je dan die grijze duinen over de kustprovincies? Het is onduidelijk hoe we dit als land moeten gaan doen. In het kader van de stikstofcrisis bepaald geen rooskleurig perspectief.
Hoe dan wel?
Daar hadden we graag over meegepraat met het kabinet. Want we hebben een ongeëvenaarde voorraad kennis en informatie over natuur, veel constructieve ideeën over hoe beheer beter kan en we zijn ook bereid om kritisch naar onszelf te kijken. Maar na één diner en een veldbezoek in een wat kleiner comité werd het stil. Dus doen we een herhaalde oproep: nodig volgende keer natuurorganisaties samen met boeren en bouwers uit om samen een duurzame oplossing uit deze crisis te vinden. Aan de natuurkant zien we dat het moeilijk wordt om een juridisch geloofwaardig maatregelenpakket uit te werken, aan de landbouwkant zien we dat de economische crisis van na corona er stevig in zal hakken. Aan de bouwkant zien we dat zonder zo’n pakket een drempelwaarde geen stand zal houden. Toch zullen we de sectorale belangen moeten doorbreken om integrale oplossingen te vinden.