Natuurnet uw kennismakelaar 

 

Inzaaien bloemen dooddoener voor wilde planten

21 april 2020

Steeds vaker worden bloemen ingezaaid om bijen, vlinders en andere insecten van voedsel te voorzien. Bermen, dijken, akkerranden, zelfs natuurgebieden worden 'opgevrolijkt' met allerlei bloemmengsels; goed voor de insecten. Inzaaien kan echter bijdragen aan verlies van inheemse wilde planten en bijbehorende insecten. FLORON raadt aan goed te kijken naar streekeigen planten en beheer aan te passen.

Inzaaien is een momenteel een hype. Sinds duidelijk is geworden dat de hoeveelheid vliegende insecten met 75 procent is afgenomen over een periode van 27 jaar, lijkt iedereen te willen helpen om meer voedselaanbod voor bijen, vlinders en andere insecten te creëren. Een zeer nobel streven. Er worden idylles aangelegd, nectarsnelwegen ingezaaid en er is zelfs een landelijke zaaidag. Kortom, er is veel aandacht voor insecten. Wat men zich echter niet realiseert, is dat inzaaien ook een effect heeft op de wilde flora. FLORON, de organisatie die zich inzet voor het behoud van de wilde planten, maakt zich daar ernstig zorgen over.

Welke planten waar van nature voorkomen hangt af van de bodem (zand, klei of veen), de beschikbaarheid van water en voedingstoffen, het klimaat en het beheer ter plekke. In Nederland zien we dat veel bodems verstoord zijn door onder andere een overschot aan voedingsstoffen (zoals stikstof) of een voor planten ongunstig maaibeheer, zoals klepelen. Het gevolg hiervan is dat veel vegetaties zijn verarmd. Bloemrijke kruiden, onmisbaar voor veel insecten als voedsel- en waardplant, verdwijnen en meer concurrentiekrachtige grassen floreren als nooit tevoren.

Het is verleidelijk om in dergelijke gevallen de natuur een handje te helpen en bloemenmengsels in te zaaien. Maar als de oorzaak van de verarming niet is weggenomen is de kans dat deze soorten zich kunnen handhaven zeer klein. Bovendien kunnen er in die verarmde vegetaties nog relictpopulaties van zeldzame en landelijk bedreigde plantensoorten voorkomen. Het zou toch jammer zijn als we met een inzaaiactie ook deze laatste relictpopulaties kwijtraken.

Onderzoek ook wat voor beheer er wordt uitgevoerd. Een bloemrijke vegetatie kan bijvoorbeeld worden hersteld via ecologisch maaibeheer. Meerdere keren per jaar maaien (bij voorkeur gefaseerd ten behoeve van insecten) en het maaisel afvoeren kan de dominantie van grassen terugdringen zodat meer kruiden zich kunnen vestigen en tot bloei kunnen komen. Met het afvoeren van het maaisel wordt de voedselrijkdom van de bodem langzaam maar zeker verminderd. Praat eens met de bermbeheerder, vaak staan ze open voor nieuwe ideeën!

FLORON pleit er daarom voor om eerst goed te kijken welke planten (en insecten) nog aanwezig zijn, voordat je besluit zaden in te zaaien. Het is leerzaam om je te verdiepen in planten en te ontdekken welke soorten er van nature voorkomen in je directe omgeving! Het palet aan soorten wat je te zien krijgt is namelijk niet overal in Nederland gelijk. Dit streekeigen karakter gaat verloren als we gaan inzaaien, ook als het mengsel met zorg is samengesteld.

Tevens zitten in veel bloemenmengsels soorten die van nature niet in Nederland voorkomen, zogenaamde exoten. Het gaat dan om soorten als Inkarnaatklaver, Boekweit, Bladrammenas, Cosmea en Phacelia. Ook het inzaaien van inheemse soorten die het overal goed lijken te doen als Knoopkruid, Gewone margriet, Peen en Gewone pastinaak, zorgt ervoor dat het streekeigen karakter van regio’s in Nederland verloren gaat. Nog niet zolang geleden kon je aan de soorten in de berm aflezen waar in Nederland je je ongeveer bevond, maar dankzij het massale inzaaien van algemene bloemenmengsels lijken deze tijden voorbij. En dat terwijl lokale insectengemeenschappen juist zijn aangepast aan de streekeigen flora! Door nieuwe soorten te introduceren kun je zelfs essentiële voedsel- en waardplanten voor bijen, vlinders en andere insecten verliezen.

Ten slotte zien we in de praktijk vaak dat er bij het uitkiezen van zaadmengsels onvoldoende rekening wordt gehouden met de natuurlijke groeiplaatsen van de planten. Zo zullen planten die van nature op vochtige kleigronden groeien geen schijn van kans hebben op droge zandgrond. Deze planten zullen niet, of slechts enkele jaren, gedijen en dat is natuurlijk zonde van de investering en goede bedoelingen van iedereen! Hetzelfde geldt als het maaibeheer niet wordt aangepast; concurrentiekrachtige grassen op voedselrijke bodems zullen binnen enkele jaren de meeste ingezaaide planten weggeconcurreerd hebben. Hoe goed bedoeld ook, de winst voor insecten zit echt meer in aanpassing van het beheer dan in inzaaien.

FLORON raadt iedereen dan ook aan om, voordat wordt overgegaan tot inzaaien, eerst goed te kijken welke wilde planten er in hun omgeving staan en deze soorten meer ruimte te geven door goed ecologisch beheer. Dat is niet alleen goed voor wilde plantensoorten, maar ook voor bijen, vlinders en alle andere insecten die afhankelijk zijn van onze inheemse wilde flora.