Natuurnet uw kennismakelaar 

 

Adviescommissie op zoek naar integrale aanpak stikstof in Groningen

15 dec 2020

Een adviescommissie met vertegenwoordigers uit verschillende belanghebbende partijen gaat de provincie adviseren over het verminderen van de stikstofneerslag in het Natura 2000-gebied Liefstinghsbroek bij Westerwolde. Oud-burgemeester van Appingedam Rika Pot wordt onafhankelijk voorzitter van de commissie. Samen met betrokkenen in de omgeving van Liefstinghsbroek gaat de commissie op zoek naar een integrale, gedragen aanpak. Deze zoheten gebiedsgerichte aanpak is een van de pijlers van de Groninger Aanpak Stikstof (GRAS).

Stikstofgevoelige natuur
De commissie gaat onderzoeken welke oplossingen er zijn om de stikstofgevoelige natuur in het Liefstinghsbroek in stand te houden en tegelijkertijd toekomstperspectief te houden voor de landbouw. Het streven is dat het op afzienbare termijn weer beter gaat met alle stikstofgevoelige plantsoorten in het gebied, waardoor die daar behouden kunnen blijven. Wanneer dit gelukt is, kunnen er weer vergunningen voor bedrijven worden verleend.

Opdracht
De opdracht voor de adviescommissie bestaat uit drie fasen: gebiedsanalyse, verkenning van mogelijke maatregelen, afweging en advies. De planning is dat het advies in het voorjaar van 2022 aan het college aangeboden wordt.

Groninger aanpak
De Groninger Aanpak Stikstof (GRAS) richt zich naast de gebiedsgerichte aanpak voor Liefstinghsbroek op vernieuwingen binnen de sectoren, zoals de landbouw en industrie, en de vergunningverlening. Deze aanpak kan alleen slagen als er voldoende maatschappelijk draagvlak voor is er wordt samengewerkt met de betrokken sectoren.

Landelijke aanpak
In Nederland wordt veel stikstof uitgestoten, dat vervolgens neerslaat, onder meer in natuurgebieden. Te veel stikstof is schadelijk voor de natuur. De uitspraak van de Raad van State van mei 2019 maakt duidelijk dat hier wat aan gedaan moet worden. Daarom werken Rijk en provincies gezamenlijk aan een integrale stikstofaanpak, waarmee de natuur in Nederland beter wordt beschermd en er tegelijkertijd ruimte wordt gemaakt voor economische en maatschappelijke initiatieven.