Natuurnet uw kennismakelaar 

 

Vogelbescherming blij met Rekenkamer-onderzoek naar effectiviteit weidevogelbeleid

28 okt 2021

De achteruitgang van de grutto – onze nationale vogel – is niet gestopt ondanks het weidevogelbeleid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en daartoe verstrekte subsidies. Deze ontwikkelingen zijn voor de Algemene Rekenkamer aanleiding tot zorg over de effectiviteit van het weidevogelbeleid voor de grutto en gaat daarom hier onderzoek naar doen. Vogelbescherming juicht dit toe.

De grutto is en blijft een zorgenkindje van de Nederlandse natuurbescherming. De achteruitgang is al tientallen jaren aan de gang, waardoor het aantal broedparen in Nederland nu al met twee derde is afgenomen ten opzichte van dertig jaar geleden. De soort neemt met meer dan 5% per jaar af (bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland) en staat op de Rode lijst van Nederlandse broedvogels.

Ecologische effectiviteit onduidelijk
Agrarisch natuurbeheer vindt in ons land al sinds de jaren tachtig plaats. Met als doel om de natuur en landschap van het boerenland te beschermen, waaronder weidevogels als scholekster, kievit en grutto. De effectiviteit van dit agrarisch natuurbeheer (ANLb) staat al langere tijd ter discussie. Het ministerie van LNV zelf heeft vorig jaar al een tussentijdse evaluatie uit laten voeren om te kijken of het huidige stelsel werkt.

Vogelbescherming was niet tevreden over deze evaluatie, vooral omdat het geen uitsluitsel geeft over de ecologische effectiviteit ervan. Of het écht werkt dus. Dit terwijl uit de Boerenlandvogelbalans van Sovon Vogelonderzoek Nederland blijkt dat de meeste boerenlandvogels nog steeds achteruitgaan in aantal, ondanks alle inspanningen van de overheid en boeren.

Wat werkt wel?
Bovendien is binnen het ANLb het niet helder welke beheer- en beschermingsmaatregelen genomen moet worden en hoeveel geld er nodig is om de soorten van de Vogel- en Habitatrichtlijn te beschermen. Ofwel: in gunstige staat van instandhouding te houden of te brengen. Voor de bescherming van die soorten, waaronder grutto, heeft Nederland internationale verplichtingen. Maar deze worden nu niet nageleefd.

Uit de evaluatie bleek wél duidelijk dat het ANLb, ook na het uitvoeren van de voorgestelde verbeteringen, onvoldoende zal zijn om de negatieve trends van deze soorten te keren. Voor boerenlandvogels is veel meer nodig. Vogelbescherming pleit daarom voor het aanwijzen van weidevogelkerngebieden, waar beheer gericht op weidevogels het primaire doel is. Het ANLb moet met prioriteit in en rond deze gebieden ingezet worden. Belangrijke aanvullende voorstellen zijn verder een gebiedsgerichte aanpak met inzet op inrichtingsmaatregelen, op doelsoorten afgestemd peilbeheer en predatiebeheer.

Financiering Aanvalsplan Grutto nog niet rond
Deze voorstellen komen ook terug in het Aanvalsplan Grutto. Dit plan is door zowel de minister als de Tweede Kamer omarmt en een deel van de financiële middelen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie kan hiervoor ingezet worden.§
Maar dat is niet voldoende; structurele financiering ontbreekt nog altijd en het ministerie en de provincies wijzen voor de invulling hiervan naar elkaar. Dat terwijl het plan alleen effectief kan zijn voor de grutto als deze volledig wordt uitgevoerd.

Internationale verplichtingen
Het gebrekkige beleid van de Nederlandse overheid is aanleiding geweest voor Vogelbescherming om een klacht in te dienen bij de Europese Commissie. Deze kan op basis van de klacht een inbreukprocedure tegen Nederland starten en opdragen haar internationale verplichtingen alsnog na te komen. De procedure loopt nog en de Europese Commissie houdt druk op de Nederlandse overheid om te zorgen dat Nederland werk maakt van het behoud en herstel van de weidevogels.

Reden temeer voor Vogelbescherming om blij te zijn met de aandacht van de Algemene Rekenkamer voor de weidevogels. Het onderzoek zal zich toespitsen op de organisatie van het weidevogelbeleid, op de hoeveelheid subsidie-uitgaven die zijn besteed aan weidevogelbeheermaatregelen in de jaren 2001-2020, op de effectiviteit van de maatregelen en op de uitvoering van de weidevogelbeheermaatregelen door agrariërs. In december worden de onderzoeksresultaten verwacht.