Kleine lichtpuntjes onvoldoende om grutto te helpen
9 dec 2021
Ook in 2021 zijn onvoldoende gruttokuikens vliegvlug geworden om de populatie in stand te houden. Ondanks kleine lichtpuntjes zijn de resultaten te mager om van een succesvol broedseizoen te spreken.
Zo blijkt uit een onderzoek, een gemeenschappelijke inspanning van de Rijksuniversiteit Groningen, Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland. De conclusie van het rapport dat er te weinig jonge grutto’s vliegvlug zijn geworden is al sinds de start van het telproject in 2012 hetzelfde, met uitzondering van de redelijk goede broedseizoenen 2013 en 2017. Het natte voorjaar maakt 2021 wel tot een van de ‘minst slechte’ jaren: naar schatting zijn er 8.700 gruttojongen vliegvlug geworden. De schatting is gemaakt op basis van waarnemingen van vliegvlugge jongen die als kuiken van kleurringen zijn voorzien.
Om de populatie op peil te houden, moeten er jaarlijks 12.000 jongen opgroeien. In vergelijking met de negen voorgaande teljaren is dit een gemiddeld jaar en zit het iets boven het gemiddelde (7%) ten opzichte van de voorgaande jaren. Ter vergelijking: in 2020 waren het er 4.950 en in 2019 circa 9.000.
Te vroeg gejuicht?
Eerdere berichtgeving uit Friesland stemde een stuk optimistischer. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) bevestigden toen het beeld dat meer dan de helft van de gruttoparen ten minste één kuiken groot kreeg.
Dit kwam ook terug in het jaarbericht van de Bond van Friese Vogelwachten. Door het hoge waterpeil in Friesland was er dit voorjaar voldoende voedsel beschikbaar voor weidevogels. De zachte bodem maakte het voedsel goed bereikbaar voor de snavels. Het hoge waterpeil zorgde er ook voor dat de grasgroei vertraagde, waardoor later werd gemaaid. Bovendien houden predatoren als vossen en steenmarters aanzienlijk minder van nattigheid.
Vanwaar dan toch dit tegenvallende resultaat?
Ondanks deze positieve berichten bleken dus toch te weinig jonge grutto’s te hebben overleefd. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat dit jaar op een groter deel van de graslandpercelen de eerste maaibeurt pas plaatsvond ná de tellingen, waardoor een deel van de toen aanwezige kuikens alsnog is gesneuveld.
Lichtpuntjes
Dat het vochtige voorjaar een positieve impact heeft gehad op gruttojongen, met name in Friesland, toont weer aan hoe belangrijk het waterpeil is. Het waterpeil verhogen, greppels volzetten en plasdrassituaties creëren blijken de allerbelangrijkste voorwaarden te zijn voor de overlevingskansen van weidevogels. Daar zijn allerlei positieve effecten aan te koppelen zoals een betere structuur van de vegetatie waar kuikens zich beter in kunnen voortbewegen, betere voedselbeschikbaarheid en een vermindering van de predatiedruk.
Reden te meer om nu door te pakken met het Aanvalsplan Grutto, en volop in te zetten op optimaal beheer en inrichting op grote schaal van aaneengesloten gebieden, samen met agrariërs, agrarische collectieven en (particuliere) terreinbeheerders.