Geelgors en grasmus geholpen met struiken bij akkers
30 maart 2022Door vakjes met struiken en bloeiende kruiden aan te leggen in de buurt van akkers, kan het aantal broedende grasmussen en geelgorzen in vijf jaar tijd bijna verdubbelen. Dat schrijven akkervogelonderzoeker Raymond Klaassen en collega’s van het Kenniscentrum Akkervogels deze maand in het tijdschrift De Levende Natuur.
Ongebruikte plekken
De struiken werden door boeren en burgers samen aangeplant op 94 ongebruikte stukjes naast hun akkers in de regio Muntendam, in Groningen. In vergelijking met akkers zónder die zogenoemde struweeltjes, broedden er vijf jaar later 80% meer grasmussen rond die plekken en maar liefst 111% meer geelgorzen.
Belangrijk voor akkernatuur
In de huidige landbouw is veel van dat veldstruweel verdwenen, schrijft Klaassen in het artikel, terwijl struweel wel heel belangrijk is voor akkernatuur; niet alleen voor geelgors en grasmus. Het aanplanten van struweel is een razend simpele manier om veel natuurwinst te boeken. “Het brengt ook burgers en boeren bij elkaar”, zegt Klaassen. “In het gebied rond Muntendam, waar wij ons onderzoek hebben uitgevoerd, werden aanleg en onderhoud van de struweeltjes deels gedaan door betrokken burgers. Boeren hadden er minder omkijken naar en het kostte hen ook geen productief akkerland. De struikjes werden geplant op stukken grond die niet voor gewassen werden gebruikt.”