Natuurnet uw kennismakelaar 

 

Nieuw overzicht van Nederlandse broedvogels: grote verschillen tussen leefgebieden 28 juli 2023

28 juli 2023

Boerenlandvogels zoals de ringmus blijven afnemen, terwijl sommige moerasvogels, zoals de roerdomp, juist toenemen. Dit blijkt uit de laatste cijfers die zijn samengevat in het net verschenen rapport ‘Broedvogels in Nederland 2022’. Daarin zet Sovon de trends van meer dan 190 soorten broedvogels in Nederland op een rij, een belangrijke bron voor natuurbeleid, -beheer en -bescherming.

Het rapport Broedvogels in Nederland 2022 vat de ontwikkelingen van de Nederlandse broedvogels samen. Vogeltellers volgen de aantallen vogels jaarlijks op een systematische manier in duizenden speciaal geselecteerde gebieden. Dit levert een duidelijk beeld op hoe vogelpopulaties zich ontwikkelen.

Boerenlandvogels en kustvogels in de min, moerasvogels en bosvogels in de plus
Op de lange termijn (sinds 1990) laat 43 procent van de broedvogels een afname zien. De rest neemt toe of blijft stabiel. Broedvogels van boerenland en kustgebieden nemen in aantal af, terwijl veel soorten van oud bos en moeras juist toenemen. Voorbeelden van broedvogels uit het boerenland zijn de ringmus en de grutto, halverwege de vorige eeuw nog talrijke soorten. Ze namen sinds 1990 met respectievelijk 83 en 65 procent af. Een lage muizenstand zorgde in 2022 voor een afname in aantal broedparen van een aantal vogelsoorten, waaronder de kerkuil. In vergelijking met muizentopjaar 2019 broedden 61 procent minder paren.

Ook minder goed nieuws voor de aalscholver. Deze soort had in 2022 amper méér bezette nesten dan in het daljaar 1994. De matkop zakte onder invloed van klimaatverandering in broedaantallen terug. Wat ten grondslag lag aan de afname van de goudhaan is niet duidelijk. Ten opzichte van 2015-17 is de populatie ruim gehalveerd. Mogelijk speelt de sterfte van fijnspar daar een rol bij.

Meer moerasvogels
Dat een aantal soorten zoals de roerdomp, de snor en de blauwborst zijn toegenomen heeft deels met moerasuitbreiding te maken, waardoor meer geschikt leefgebied ontstaat. Daarnaast komen sommige populaties terug uit een dalperiode door droogte in hun wintergebied in Afrika, zoals de rietzanger en purperreiger. Opvallend is dat het aantal roerdompen in vijf jaar tijd bijna is verdubbeld. Veel bosvogels profiteren juist van het ouder en gevarieerder worden van bossen.

In het rapport wordt ook aandacht besteed aan de ontwikkeling per provincie. Vaak levert dat een eenduidig beeld op, maar bij sommige soorten zijn grote regionale verschillen te zien. Voorbeelden hiervan zijn groene specht en tjiftjaf.

Zeldzame soorten
Naast de beschrijving van ontwikkelingen bij algemene soorten, is ook een overzicht van zeldzame broedvogels opgenomen. Dat zijn soorten die met hooguit enkele honderden paren in Nederland broeden. Het valt op dat soorten die zich recent vestigden in Nederland – zoals de oehoe, kraanvogel, cetti’s zanger, zeearend, rode wouw, witwangstern en Pontische meeuw – in 2022 recordaantallen bereikten. Natuurontwikkeling, klimaatverandering en betere bescherming van vogelsoorten spelen hierbij een rol. Sommige van deze soorten nestelden overigens al weleens eerder, maar onregelmatig, in ons land. Dat andere vogels juist in een hoog tempo verdwijnen, laat zien dat de Nederlandse broedvogelbevolking heel dynamisch is. In een eeuw tijd is de Europese kanarie bijvoorbeeld verschenen, maar tegen de verwachtingen in inmiddels ook weer bijna verdwenen. In 2022 werden nog maar twee zingende vogels in Nederland gevonden.

Bijzondere vondsten
Er waren ook enkele spectaculaire broedgevallen te melden in 2022. Zo wisten bonte strandlopers voor het eerst te broeden op de Marker Wadden en brachten koereigers voor het tweede jaar op rij minstens acht vliegvlugge jongen groot in Overijssel. Witvleugelsterns hadden net als in 2021 wederom een succesvol broedgeval in Utrecht, terwijl hoppen in Noord-Brabant succesvol broedden met minimaal drie jongen. In Zuid-Limburg bracht een paar roodbuikwaterspreeuwen minstens twee jongen groot.

Werk van vrijwilligers
De meeste gegevens uit het rapport werden verzameld door vrijwilligers, die vaak voor dag en dauw op pad gingen om de broedvogels in hun ‘eigen’ gebied in kaart te brengen. Naast de vrijwilligers vervullen ook soortwerkgroepen, de provincies, de terreinbeherende organisaties en de agrarische collectieven een belangrijke rol bij de broedvogelmonitoring.

Dankzij alle inzet is het mogelijk om gefundeerde landelijke en regionale uitspraken te doen over het wel en wee van nagenoeg alle Nederlandse broedvogelsoorten. De gegevens van het Meetnet Broedvogels leveren betrouwbare trends op van 199 Nederlandse broedvogels. Van veel soorten zijn ook trends per provincie en per Natura 2000-gebied beschikbaar.