Waardevol landschap: aardkundig waardevolle gebieden in Nederland op de kaart
30 nov 2023Het landschap om ons heen wordt al eeuwenlang gevormd door natuurlijke processen en door onszelf. Mensen kiezen plekken om te wonen en manieren om het landschap in te richten waarbij ze rekening houden met het reliëf, de ondergrond en de waterhuishouding van een gebied. Ook in Nederland is dat vanaf de eerste bewoning gedaan. Tegenwoordig is er opnieuw aandacht voor landgebruik en ruimtelijke inrichting die zijn aangepast aan het bodem- en watersysteem. Dat is onder andere omdat we woningen, schoon water en energie nodig hebben en omdat we geconfronteerd worden met de gevolgen van klimaatverandering. Maar het landschap is ook waardevol op zichzelf beschouwd: het draagt de verhalen van de geschiedenis van ons land met zich mee. Mensen kunnen zich ook verbonden voelen met het landschap.
We noemen combinaties van landvormen, bodem, waterstromen en ondergrond in een gebied, die iets vertellen over hun ontstaanswijze, aardkundig waardevolle gebieden of aardkundig erfgoed. Deze gebieden dragen ook sporen van menselijk handelen, zoals de stuifzandgebieden die ontstaan zijn door overbeweiding en het steken van plaggen. Aardkundig waardevolle gebieden zijn belangrijk als intrinsiek erfgoed van onze samenleving en kunnen dienen als leidraad voor het inrichten en beheren van ons landschap.
Wageningen Environmental Research, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de Geologische Dienst Nederland vinden het belangrijk dat er meer aandacht is voor aardkundig waardevolle gebieden in Nederland. Vanuit die visie werken WEnR en het RCE aan het delen van kennis en informatie over aardkundig waardevolle gebieden in Nederland met landeigenaren en beleidsmakers. Het karteren van de gebieden is daarvan een belangrijk onderdeel. Dit artikel vertelt hoe ze dat doen.
Wat zijn aardkundig waardevolle gebieden?
Aardkundig waardevolle gebieden zijn gebieden die laten zien hoe het gebied ontstaan is door natuurlijke processen van water, wind, ijs of bewegingen in de aardkorst (tektoniek), en door de mens. Het zijn mooie voorbeelden waarin we het ontstaan van Nederland kunnen zien in samenhang met natuur en cultuur.
Aardkundig waardevolle gebieden hebben landvormen, bodem, bewegingen van water of een typische geologie. Deze kenmerken kunnen zichtbaar zijn in het landschap, of opgeslagen liggen in de ondergrond. Ze hebben een relatie met de ecologie of de cultuurhistorie van het gebied. Voorbeelden van aardkundig waardevolle gebieden in Nederland zijn stuifzandgebieden, dekzandruggen, oude rivierbeddingen, hoogveengebieden, stuwwallen of door breuken gevormde terreintreden in het landschap, ontsluitingen en groeven.
Aardkundig waardevolle gebieden vertellen hoe het landschap gevormd is, en wat de samenhang is tussen de ondergrond, de bodem, de planten en dieren die er voorkomen, en wat de mens er in de loop van de tijd mee gedaan heeft. Daarmee is het erfgoed, aardkundig erfgoed.
Wanneer is een gebied aardkundig waardevol?
Sinds de opkomst van onderzoek naar waardevolle gebieden in de jaren 1980 zijn verschillende criteria bedacht voor de waarde van aardkundig waardevolle gebieden. Er zijn geen meetbare kenmerken overeengekomen door onderzoekers. Maar de beoordelingskaders hebben met elkaar gemeen dat aardkundig waardevolle gebieden terreinen zijn waar je de (aardkundige) ontstaansgeschiedenis van Nederland goed kunt zien. Onze kennis over de Nederlandse ondergrond en het ontstaan daarvan hebben we grotendeels te danken aan onderzoek in zulke gebieden. Dat maakt dat aardkundige gebieden een wetenschappelijke en educatieve waarde hebben voor onderzoekers en beleidsmakers van de toekomst. Dat is ook een belangrijke reden om ze te koesteren.
Waarom is het zinvol om aardkundig waardevolle gebieden te karteren?
De Nederlandse overheid heeft in 2022 aangegeven meer rekening te willen houden met bodem en water bij de inrichting van het land, om het te beschermen tegen negatieve effecten van klimaatverandering en tegen de achteruitgang in kwaliteit van landschap en leefomgeving. Dat betekent dat we onze leefomgeving moeten inrichten en gebruiken op een manier die past bij de kenmerken van het landschap. Dan is het zinvol om te weten hoe het geheel van bodem en water in elkaar zit, bijvoorbeeld waar water stroomt of stagneert, waar de bodem voedselarm of voedselrijk is, en hoe die eigenschappen samenhangen met landvormen en vegetatie.
We geven een voorbeeld van het bodem-watersysteem in een natuurlijk beekdal. Als we kijken naar de landvormen (geomorfologie), bestaat een natuurlijk beekdal uit de hoger gelegen delen, de flanken en de vlakte met oude geulen en de actieve beek. Tussen die onderdelen zijn overgangen van hoog naar laag, van droog naar nat, van zure en voedselarme naar basische en voedselrijke grond. Door de afwatering in beekdalen te vertragen – bijvoorbeeld door beeklopen meer ruimte te geven - kan grondwaterstroming vanuit de hoger gelegen delen worden afgeremd, en zo bijdragen aan het tegengaan van verdroging in die gebieden. Dat kan een gewenst effect zijn, bijvoorbeeld voor het behoud van vennen en hoogveengebied. Maar het kan ook een ongewenst effect zijn als het wateroverlast geeft voor de landbouw in of naast het beekdal. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat als we zien hoe een beekdal onderdeel is van een groter geheel, we de gevolgen van maatregelen kunnen inschatten voor het omliggende landschap. Het karteren van een beekdal als aardkundig waardevol gebied helpt bij het inzicht in de natuurlijke samenhang tussen gebieden en hun waterhuishouding.
Provincies maken zelf beleid voor aardkundig waardevolle gebieden
Er is geen landelijke wetgeving voor aardkundig erfgoed. Provincies kunnen aardkundig waardevolle gebieden aanwijzen en beschermen in een structuurvisie, provinciale verordening, en straks via de Omgevingswet. Het beleid voor aardkundig waardevolle gebieden verschilt dus tussen provincies. Provincies onderhouden zelf kaarten met de aangewezen gebieden. Deze kaarten zijn samengevoegd in een webportaal van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
Provincies kunnen ook de status van UNESCO-Geopark aanvragen voor een gebied dat ze aardkundig waardevol vinden, samen met maatschappelijke organisaties en terreinbeheerders. De provincies Zeeland en Noord-Brabant hebben dit samen met enkele Belgische provincies gedaan voor het estuarium van de Schelde (Geopark Scheldedelta), en de provincie Drenthe voor Geopark De Hondsrug. Met een status van UNESCO-Geopark wordt bekendheid gegeven aan het gebied. Er ontstaan toeristische routes en educatieprogramma’s, en ondernemers en musea hebben aandacht voor Geoparken. Dat helpt om draagvlak te krijgen bij de bevolking en financiering voor de bescherming van aardkundige waarden in het gebied.
Hoe omgaan met aardkundig erfgoed?
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en Wageningen Environmental Research (WENR) geven advies en informatie over het omgaan met aardkundig erfgoed voor terreinbeheerders en beleidsmedewerkers. Het RCE biedt beheermodellen voor het beheren van aardkundige landschapselementen. Manieren om dit te doen zijn behouden, accentueren of zichtbaar(der) maken, herstellen of reconstrueren. De beheermodellen bevatten inspirerende voorbeelden van het gebruik van aardkundig erfgoed in de praktijk. Bijvoorbeeld hoe aardkundige waarden zijn ingepast in natuurontwikkeling, in een woonwijk of bij het opnieuw laten meanderen van waterlopen.
WENR helpt overheden bij het (her)karteren van aardkundig waardevolle gebieden en bij het beoordelen van de waarden. In dit artikel illustreren we dat voor de provincie Noord-Brabant.