Florabalans toont kansen en bedreigingen voor Nederlandse kustvegetatie
1 juli 2024Ons kustlandschap heeft een grote variatie aan natuur en zijn eigen karakteristieke planten, mossen en paddenstoelen. Stuk voor stuk goede indicatoren, die ons iets vertellen over de natuurkwaliteit en ontwikkelingen in ons kustgebied. Dat is het thema van de tweede Florabalans, die op 1 juli 2024 is verschenen. Een aantal opvallende trends.
De Florabalans is een gezamenlijke uitgave van FLORON, de Bryologische en Lichenologische Werkgroep en de Nederlandse Mycologische Vereniging. Hierin wordt jaarlijks de kennis over de ontwikkelingen in de wilde flora in Nederland gedeeld. Zowel planten, mossen als paddenstoelen komen aan bod in de Florabalans.
Zilte natuur verzoet
Op schorren en kwelders (zoals ze in het Waddengebied heten) vinden we zilte vegetaties met soorten als Zeekraal en Kwelderchampignon, die nergens anders in ons land voorkomen. Dit karakteristieke landschap is van nature soortenarm.
Zeearmen in het Deltagebied en de Zuiderzee zijn afgesloten met dijken. Daardoor is een deel van het oorspronkelijke kustgebied verzoet. Zilte vegetatie maakt hier plaats voor grazige vegetaties met meer diversiteit. Dat heeft ook positieve effecten, want op de drooggevallen kalkrijke zandplaten in de Grevelingen verschijnen nu zeldzame orchideeën.
Zure regen, stikstof en klimaatverandering
Van alle in ons land aanwezige natuurtypen is de kwaliteit van duingebieden het hoogst. Waar tot in de jaren ’90 de kwaliteit van duingebieden flink afnam door onder meer verdroging en zure regen, herstelde de natuur zich en sindsdien blijft de kwaliteit op peil. Het stikstofprobleem heeft een relatief beperkt effect op de duinen: door de ligging aan de kust hebben landbouw en industrie hier minder invloed dan in het binnenland. Door klimaatverandering zien we in de duinen bovendien een opvallende toename van orchideeën met een zuidelijke verspreiding, zoals de Bokkenorchis en de Poppenorchis. Soorten met een noordelijke verspreiding zoals de Dennenorchis, maar ook het Linnaeusklokje en de Valse melkboleet, staan door klimaatverandering juist onder druk.
Invasieve exoten aan de kust
Invasieve exoten zijn vooral in de droge duinen een hardnekkig probleem. Zo zorgen Amerikaanse vogelkers, Mahonie, Rimpelroos en dwergmispels voor struweelvorming en extra kosten voor het beheer. Struwelen verdringen de duingraslanden, die de meest soortenrijke biotopen aan de kust vormen.
Dijken als refugium voor zeldzame soorten
Nederland is ook het land van dijken, om overstromingen en kustafslag te voorkomen. Op de soms eeuwenoude natuurstenen dijkbekleding vinden we bijzondere korstmossen, zoals Gewoon kusttakmos. Deze korstmossen komen steeds minder voor, omdat bij dijkverzwaringen de oorspronkelijke stenen bekleding wordt vervangen door betonnen elementen. Hier kunnen deze korstmossen niet op groeien.
Op restanten van oude wierdijken, zoals op Wieringen, komen bijzondere ruigtesoorten voor. De zeer zeldzame Tengere distel bijvoorbeeld, maar ook schrale graslanden die rijk zijn aan wasplaten. Een kleine groep zeldzame ‘klifplanten', zoals Zeekool en Zeevenkel, groeit ook op steenglooiingen van de op deltahoogte gebrachte zeedijken.
Kuststrook onder druk
De smalle kuststrook heeft veel te verduren door menselijke invloeden. Bebouwing en het verder vastleggen van de kust veroorzaken verlies van areaal. Toerisme zorgt voor verstoring van met name duingebieden, maar ook op het strand. Daar krijgen karakteristieke vloedmerkplanten minder kansen door het verwijderen van aangespoeld organisch materiaal. Het kappen van duindennenbossen zorgt enerzijds voor verlies van biotoop voor kenmerkende naaldbospaddenstoelen en mossen, maar biedt anderzijds kansen voor herstel van grijze duinen.
Meer informatie
Lees hier de tweede Florabalans
Lees hier de eerste Florabalans, thema bossen