Nieuwe Rode Lijsten Amfibieën en Reptielen
3 okt 2024Na vijftien jaar is er een nieuwe Rode Lijst Amfibieën en Reptielen verschenen. De Rode Lijst volgt de langjarige ontwikkelingen van salamanders, kikkers, padden, hagedissen en slangen: welke soorten zijn bedreigd en welke niet? De nieuwe lijst is even lang als de vorige, nog steeds staan 12 van de 23 soorten op de Rode Lijst als gevoelig, kwetsbaar, bedreigd of ernstig bedreigd. Zoals bij elke Rode Lijst zijn er winnaars en verliezers. In dit artikel vind je de belangrijkste ontwikkelingen in een notendop.
Reptielen (7 inheemse soorten)
Vijf van de zeven soorten staan op de Rode Lijst. De grootste winnaar bij de reptielen is de muurhagedis. Deze zonaanbidder komt van nature alleen voor in de gemeente Maastricht. In de jaren tachtig van de vorige eeuw stond de soort op de rand van uitsterven. Er leefden destijds minder dan honderd muurhagedissen in Nederland. Dankzij het herstel van leefgebieden én door opwarming van het klimaat is de populatie bijna vertienvoudigd in aantallen. De soort heeft zich de afgelopen decennia, vanuit haar laatste bolwerkjes, ook weten uit te breiden naar diverse aangrenzende terreinen. De status is veranderd van 'bedreigd' naar 'kwetsbaar'.
De grootste verliezer onder de reptielen is de levendbarende hagedis. De aantallen van dit meest algemene reptiel dalen elk jaar en inmiddels beginnen er ook gaten te vallen in de verspreiding. Deze algemene soort kwalificeert voor 'gevoelig' en vertoont een alsmaar dalende trend. Ook de adderpopulaties hebben het moeilijk, met name door versnippering van leefgebieden, verdroging en klimaatverandering.
Amfibieën (16 inheemse soorten)
Zeven van de zestien soorten staan op de Rode Lijst. Onder de amfibieën is de vuursalamander de grootste verliezer. De aantallen zijn in de afgelopen vijftien jaar met circa 99% gedaald en de soort is inmiddels 'ernstig bedreigd'. De vuursalamander is vrijwel weggevaagd door een oprukkende schimmelziekte (Bsal). Bovendien veranderen de kabbelende beekjes waarin de larven leven bij stortbuien steeds vaker in wild stromende rivieren (zie video), waardoor de overlevingskansen sterk afnemen.
Na het dieptepunt in de jaren 80 en 90 zijn zeldzame amfibieën als de boomkikker, knoflookpad en geelbuikvuurpad bezig aan een comeback. Waar deze soorten voorheen als ‘bedreigd’ werden geclassifeerd, zijn ze nu op de nieuwe Rode Lijst ‘kwetsbaar’. De grootste winnaar onder de amfibieën is de boomkikker; een soort waarvan we inmiddels goed weten hoe we de leefgebieden kunnen herstellen en verbeteren. Op veel plekken is deze ook succesvol geherintroduceerd.
Ook knoflookpad en geelbuikvuurpad zitten in de lift, geholpen door herstel van leefgebieden en herintroducties en bijplaatsingen. Voor deze soorten is het herstel echter nog broos en niet overal succesvol. We laten de positieve ontwikkelingen onder de drie bedreigde amfibieënsoorten zien dat soortenbescherming werkt. Het provinciaal soortenbeleid voor deze drie soorten heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen.
Basiskwaliteit natuur
Elf van de 23 soorten zijn nog steeds algemeen en 'niet bedreigd'. Toch staat de basiskwaliteit natuur in zowel het landelijk als stedelijk gebied onder druk. Een mogelijke voorwaarschuwing is de achteruitgang van de gewone pad, die steeds minder 'gewoon' lijkt te worden. De aantallen van deze soort op oversteekplaatsen zijn in vijftien jaar tijd met 55 tot 60 procent gedaald, maar de soort komt nog wel overal in Nederland voor. Daarom komt deze algemene soort nog niet op de Rode Lijst. De gewone pad heeft te lijden van verkeersmortaliteit, versnippering, verstedelijking en/of een achteruitgang van de basiskwaliteit natuur.
Amfibieën en reptielen maken deel uit van de basiskwaliteit natuur. Hoge dichtheden aan algemene soorten geven aan dat de kwaliteit in een gebied op orde is. Daarmee hebben amfibieën en reptielen een belangrijke signaalfunctie. In die gebieden waar deze basiskwaliteit weer op orde is, kunnen ze dienen als stapelvoedsel voor tal van andere dieren én als onmisbare bestrijders van plaaginsecten.
Met het verschijnen van deze Rode Lijsten is nu voor terreinbeheerders, vrijwiligers en beleidsmakers duidelijk welke soorten in de gevarenzone zitten en wat daaraan ten grondslag ligt. Dit geeft mogelijkheden om in beleid en beheer die oorzaken aan te pakken, zodat de volgende Rode Lijst hopelijk korter is. De al geschetste positieve ontwikkelingen bij een aantal soorten laten zien dat gericht soortenbeleid succesvol kan zijn. Naast de aanpak van oorzaken van de geconstateerde achteruitgang, blijft het belangrijk de ontwikkeling van de Nederlandse amfibieën en reptielen te volgen. Dat blijft RAVON ook doen, onder meer via het Netwerk Ecologische Monitoring en samen met de vele gemotiveerde en deskundige vrijwilligers die deze soorten inventariseren en monitoren.
Meer informatie
De publicatie in de Staatscourant.
Het Basisrapport voor de Rode Lijsten amfibieën en reptielen