Natuurnet uw kennismakelaar 

 
Gentiaanblauwtje binnen twintig jaar verdwenen? 2 februari 2004 
      



Gentiaanblauwtje binnen twintig jaar verdwenen?

2 februari 2004
Bij een ongewijzigde voortzetting van de trend zal het gentiaanblauwtje in 2021 uit Nederland verdwenen zijn. Uit een landelijke inventarisatie blijkt dat het tempo van de achteruitgang de laatste vijf jaar niet is verminderd. Alle reden voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om in 2003 een beschermingsplan voor deze bijzondere vlinder uit te brengen. De uitvoering van het beschermingsplan moet tussen 2004 en 2007 zorgen voor een kentering naar herstel. De Vlinderstichting verzorgt de landelijke coördinatie.

Het gentiaanblauwtje was ooit een vrij algemene vlinder op natte heide en schrale graslanden. In de tweede helft van de vorige eeuw is de soort echter op een groot aantal plaatsen verdwenen. Er zijn nu nog 91 populaties over. Dat lijkt veel, maar de meeste populaties tellen niet meer dan enkele tientallen vlinders. Grotere populaties zijn nog te vinden in het Dwingelderveld, het Buurzerzand, de Hoge Veluwe en de Strabrechtse heide.

Het gentiaanblauwtje is een soort met een bijzondere levensloop. De vlinders vliegen in de zomer en zetten hun eitjes af op de bloemknoppen van de zeldzame klokjesgentiaan. Hierin ontwikkelen de rupsen zich gedurende een paar weken. Dan kruipen ze naar buiten en laten zich op de grond vallen. Vervolgens worden ze meegenomen naar het mierennest van knoopmieren. Deze adopteren de rups omdat deze stoffen uitscheidt waardoor de mieren denken dat ze met hun eigen broed te maken hebben. De rupsen blijven vanaf de nazomer in het mierennest, waar ze door de mieren worden gevoed, maar ook van de mierenlarven eten. Ook de verpopping vindt plaats in het mierennest. Wanneer de vlinder uit de pop kruipt, valt ook de vermomming weg en moet de vlinder zo snel mogelijk wegkomen.

De afhankelijkheid van klokjesgentianen en knoopmieren maakt het gentiaanblauwtje kwetsbaar voor veranderingen in zijn omgeving. Gelukkig is er door onderzoek veel bekend geworden over het gewenste beheer. Herstel van populaties is dus goed mogelijk. Kleinschalig plaggen speelt daarin een belangrijke rol. In Overijssel gebeurt dat door vrijwilligers van de Blauwe Brigade, onder begeleiding van Landschap & Natuur Overijssel. En dat blijkt te werken! In het kader van het beschermingsplan zullen ook in andere betrokken provincies Blauwe Brigades worden opgericht. Het is nu zaak vrijwilligers en beheerders daarvoor deskundig en enthousiast te krijgen.

Het gentiaanblauwtje is in elk geval de eerste vlinder met zijn eigen website (www.gentiaanblauwtje.nl)! Daarop wordt de informatie over ecologie, voorkomen en beheer samengebracht. Er is ook een overzicht van de stand van zaken gemaakt met aanbevelingen voor maatregelen voor herstel. Vanaf 2004 worden de beheerders van natuurgebieden gestimuleerd om de uitvoering van deze maatregelen ter hand te nemen.