Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Onderzoek gevolgen ganzenopvang binnen EHS

17 maart 2004

Natuurbeherende organisaties onderzoeken de komende maanden in hoeverre deaanwijzing van ganzenopvanggebieden de kwaliteit van de EcologischeHoofdstructuur (EHS) aantast. Het vorig jaar door de overheid vastgesteldeBeleidskader Faunabeheer voorziet in de aanwijzing van 80.000 hectare alsfoerageergebied voor overwinterende ganzen en smienten. Van deze gebiedenmoet 50.000 ha binnen en 30.000 ha buiten de EHS komen te liggen. Nublijkt echter dat dit betekent dat de kwaliteitsdoelen, zoals die in denatuurgebiedsplannen zijn vastgelegd, daardoor worden aangetast. Daar moeteen oplossing voor worden gevonden, aldus Natuurmonumenten.

Geen afbreuk doelen EHS
Voor een deel is nog een combinatie mogelijk met bijvoorbeeldweidevogelbeheer, maar daarmee kan niet volledig aan de taakstelling van50.000 ha worden voldaan. Uitgangspunt was en is dat de realisatie van deganzenopvang geen afbreuk doet aan de doelen van de EHS, zo zegt HansMassop, hoofd afdeling Natuur en Landschap bij Natuurmonumenten. Datgeldt voor bestaande zowel als voor nog te realiseren natuurgebieden in deEHS. Het kan dus zijn dat er een andere verdeling tussen opvang binnen enbuiten de EHS moet komen. Wij willen dat graag samen metcollega-organisaties, boeren en provincies oplossen, aldus Massop.

Minimaal tweeduizend hectare
Volgens onderzoek van Alterra fungeren opvanggebieden het best als zeminimaal twee- tot drieduizend hectare groot zijn. Bovendien moet deafstand tot de slaapplaatsen van de ganzen en smienten niet meer dan 30kilometer bedragen (voor grauwe ganzen niet meer dan vijf kilometer). Deprovincies moeten op 1 oktober de opvanggebieden voor overwinterendeganzen en smienten hebben aangewezen. Op 1 juni 2005 moeten ze dezegebieden hebben begrensd. De aanwijzing van de ganzenopvanggebieden was alvastgelegd in de nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur uit 2000,maar was totnogtoe niet uitgevoerd. Door het aannemen van een motie in deTweede Kamer in 2002 heeft de realisatie van de ganzenopvanggebiedenhogere prioriteit gekregen.