Minister Veerman: 'EU krijgt onvoldoende krediet voor hervorming landbouwbeleid'6 mei 2004- Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit neemt van 9 tot en met 11 meideel aan de informele Landbouwraad in het Ierse Killarney. Ierland is momenteel voorzitter van deEuropese Unie.Tijdens de bijeenkomst van de EU-landbouwministerswordt gediscussieerd over het thema 'De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)en handelsconcessies: hoe kunnen we die het bestecommuniceren?'.Bij het verminderen van armoede en honger in ontwikkelingslanden spelen de ontwikkeling van de landbouwsector daar en het versterken van hun aandeel in de internationale handel een sleutelrol. In de jaren negentig is de EU begonnen met hervormingenvan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid waardoor de steun aan de EU-landbouwaanzienlijk minder handelsverstorend is geworden. Daarnaast biedt de EU ontwikkelingslanden extra mogelijkheden voor toegang op de Europese markt. De kansen die dit biedt, worden niet volledig door de ontwikkelingslanden benut. Dat ligt voor een deel aan politieke en structurele belemmeringen. Maar ook de communicatie speelt een rol, aldus het Ierse discussiestuk. Minister Veerman schrijft in een brief aan de Tweede Kamer hierover: 'Landbouwers in ontwikkelingslanden moeten zo min mogelijk nadeel ondervinden van de landbouwsubsidies in de EU en in staat worden gesteld zelf ook naar de EU exportmogelijkheden tecreëren. (..)Ik betreur het dat de EU tot op heden niet het krediet krijgt voor alle inspanningen om het GLB te hervormen. Een heldere en duidelijke informatievoorziening over de hervorming van het GLB richting onze partners en desamenleving kan bijdragen aan een beter begrip van de implicaties van de hervormingen.' In aanvulling op de EU-aanpak ondersteunt Nederland overigens publiek-privatepartnerships gericht op het verbeteren van de markttoegang van producten uit ontwikkelingslanden. Er zijn actieprogramma's voor producten die van groot belangzijn voor de export van het betreffende ontwikkelingsland, terwijl de EU daarvoor hoge toegangseisen stelt op het vlak van voedselveiligheid en milieu. Het gaat dan om palmolie, garnalen, groenten en fruit (Indonesië en Maleisië), visproducten(Vietnam), tuinbouwproducten (Tanzania, Oeganda en Zambia) en vleesproducten (Zuid-Afrika). Zie voor de volledige tekst van de brief aan de Tweede Kamer: |