CPB en RIVM: Toekomstig energiegebruik leidt niet tot tekorten, maar wel tot klimaatproblemen20 april 2004De komende decennia zullen er voldoende voorraden aan gas en olie zijn, ookal neemt de vraag naar energie toe. Zorgen over een aanstaande uitputting vande fossiele voorraden zijn daarom niet terecht. Wel zal de verbranding vanfossiele brandstoffen via de emissies van broeikasgassen tot meerklimaatverandering leiden. Om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken,is het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen noodzakelijk. Om datdoel te bereiken zullen ontwikkelingslanden substantieel moeten bijdragen. Dit zijn de belangrijkste conclusies die het Centraal Planbureau (CPB) en hetMilieu -en Natuurplanbureau (MNP) trekken in de vandaag verschenen studie'Four Futures for Energy Markets and Climate Change'. In dit rapportverkennen de onderzoekers Johannes Bollen (MNP), Ton Manders (CPB) en MachielMulder (CPB) de ontwikkeling in energie en klimaat op de lange termijn. Vier Europese energiescenario'sToekomstige ontwikkelingen in energie enklimaat zijn met grote onzekerheid omgeven. Om met die onzekerheden om tegaan zijn vier scenario's uitgewerkt. Deze energiescenario's zijn gebaseerdop de 22 oktober 2003 door CPB gepubliceerde economische scenario's FourFutures of Europe: Sterk Europa, Globaliserende Economie, TransatlantischeMarkt en Regionale Samenlevingen. In de vandaag uitgebrachte studie wordt 40jaar vooruit gekeken. Weliswaar ligt de nadruk daarbij op Europa, maar demondiale aspecten van energiegebruik en klimaatbeleid spelen nadrukkelijk eenrol. Deze kwalitatieve en kwantitatieve scenario's zijn een belangrijke inputvoor vervolgstudies, zoals de studie Welvaart en Leefomgeving van degezamenlijke planbureau's en de Duurzaamheidsverkenning van het RIVM-MNP.Vraag naar energie neemt toe...De belangrijkste drijvende kracht achter detoenemende vraag naar energie is de economische groei. Wel zal deenergie-intensiteit (d.w.z. het energieverbruik per eenheid product) verderafnemen door technologische ontwikkelingen. Ook is er sprake van eenverdergaande verschuiving in de richting van dienstverlenende sectoren,waardoor de groei van de vraag naar energie zal achterblijven bij die van deeconomie. De grootste stijging in de energievraag kan verwacht worden inontwikkelingslanden....maar dit leidt niet tot tekortenDat economische ontwikkeling leidt tot eengrotere vraag naar energie is niet zonder gevolgen. De eerstkomende decenniazal het aanbod van olie- en gasvoorraden voldoende zijn, zelfs wanneer deeconomie wereldwijd sterk groeit. Zorgen over een aanstaande uitputting vande fossiele energiebronnen zijn daarom niet terecht. Technologischeverbeteringen maken het mogelijk meer olie en gas te vinden en economischrendabel te winnen. Daarnaast zal olie uit niet-conventionele bronnen, zoalsde teerzanden in Canada, het verminderde aanbod van conventionele olie steedsmeer opvangen. Door technische verbeteringen aan de vraagzijde neemtbovendien het energiegebruik per eenheid product steeds verder af. Door aldeze factoren zal de olieprijs daarom naar verwachting in de komende decenniastructureel niet veel veranderen.Belang van gasals energiebron groeit De rol van gas in de energievoorzieningwordt belangrijker. Gezien het opraken van de eigen gasvoorraden zal de EUsterker afhankelijk worden van gas uit andere regio's, zoals Rusland. Ook degasprijs zal op langere termijn niet veel veranderen. Omdat er, mondiaalgezien, nog ruim voldoende gasvoorraden zijn, zal de groeiende vraag nietleiden tot grotere schaarste, maar tot extra activiteiten bij het zoeken enexploiteren van nieuwe gasvelden en het ontwikkelen van nieuwe routes voor deaanvoer van gas.Wel grotere klimaatproblemen door stijgend energiegebruikVerbranding vanfossiele brandstoffen leidt via de uitstoot van broeikasgassen totklimaatverandering en veroorzaakt daardoor schade aan de natuur. De komendeveertig jaar blijft de gemiddelde opwarming in de wereld waarschijnlijk nogbeneden de 2 graden Celsius, de klimaatdoelstelling van de EU. Zonderaanvullend klimaatbeleid wordt die grens daarna waarschijnlijk overschreden.De schade aan natuur en verminderde beschikbaarheid van water voor landbouwen drinkwater kunnen aanzienlijk zijn. Behalve door het energieverbruik komtdit ook door de toename van landgebruik voor economische activiteitenwaardoor het leefgebied van planten en dieren kleiner wordt. De negatieveeffecten zijn op het zuidelijke halfrond het sterkst.Aanvullend klimaatbeleid nodig in EU...Om ook op termijn deklimaatdoelstelling van de EU te halen zal waarschijnlijk aanvullendklimaatbeleid nodig zijn, tenzij als gevolg van lage economische groei en deaanpak van lokale milieuproblemen het gebruik van energie daalt. Om dedoelstelling te halen moet voor 2025 de stijging van de uitstoot vanbroeikasgassen worden omgezet in een daling. Dat betekent dat de beperkingenaan de uitstoot van broeikasgassen verder moeten gaan dan de huidigeKyoto-verplichtingen....maar ook aanpak van klimaatproblemen in ontwikkelingslandenEen bijdrage vanontwikkelingslanden is daarbij om twee redenen onontbeerlijk. Ten eersteomdat deze landen in de toekomst de grootste bijdrage aan de emissies vanbroeikasgassen zullen leveren. Ten tweede is hun bijdrage nodig om de kostenvan het klimaatbeleid laag te houden: de kosten om emissies vanbroeikasgassen te reduceren zijn in ontwikkelingslanden namelijk relatieflaag.Efficiënte aanpak klimaatproblemen door invoering emissiehandelDe kosten vanklimaatbeleid kunnen worden beperkt door een wereldwijd systeem vanemissiehandel in te voeren. In dat geval, zal het realiseren van deEU-doelstelling zal in 2040 ongeveer 2% van het BBP kosten. Voorafzonderlijke landen en sectoren kunnen de kosten overigens groter zijn. Ookzullen er baten zijn in de vorm van minder klimaatverandering. |