Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Gemeenten werken aan problematiek recreatiewoningen

29 oktober 2004

Veel gemeenten werken nog aan beleid over de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Ook zijn ze bezig met het inventariseren van de onrechtmatig bewoonde recreatiewoningen. Dat blijkt uit de tussenrapportage 'Onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven', die minister Dekker (VROM) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Op herhaald verzoek heeft driekwart van de gemeenten (368) gegevens verstrekt aan de VROM-Inspectie. Dekker wil dat bewoners eind 2004 duidelijkheid hebben over de wijze waarop gemeenten omgaan met de huidige problematiek. Met de tussenrapportage houdt de minister vinger aan de pols.

Van het aantal gemelde recreatieverblijven (98.327) worden 11.333 onrechtmatig bewoond. Dit is ruim 11 procent. Uit de rapportage van de VROM-Inspectie blijkt verder het volgende:

  • In vergelijking met het aantal onrechtmatig bewoonde recreatieverblijven is het aantal voorgestelde bestemmingswijzigingen van recreatie naar wonen beperkt.
  • Op beperkte schaal hebben gemeenten persoonsgebonden beschikkingen afgegeven, waarmee bewoners tijdelijk in hun recreatiewoning kunnen blijven (1013). Er bestaat het voornemen om nog eens 919 persoonsgebonden beschikkingen af te geven.
  • Gemeenten kiezen over het algemeen voor handhaving van de recreatiebestemming. Een beperkt aantal gemeenten (15) geeft aan lage prioriteit te geven aan de handhaving van recreatiebestemmingen. Er zijn ook gemeenten die aangeven wel actief te handhaven, maar daar geen beleid voor hebben (26).
  • Gemeenten constateren een hoge handhavingslast en gebrekkige effectiviteit van het huidige handhavinginstrumentarium. Er wordt gevraagd om vereenvoudiging van de bewijslast om hiermee een hogere efficiency en effectiviteit te bereiken.
  • De opstelling van provincies is afwachtend tot afhoudend ten aanzien van voorstellen tot wijziging van bestemmingen.

De minister concludeert dat beperkt gebruik is gemaakt van de voorgestelde mogelijkheden om de handhavingslast te verminderen. Dat vraagt een actief optreden tegen onrechtmatige bewoning. Gemeenten hebben daarvoor toereikende mogelijkheden. Dat overtredingen van bestemmingsplannen sinds 13 september 2004 onder de Wet op de economische delicten vallen, versterkt de positie van gemeenten. In overleg met IPO en VNG bekijkt de minister suggesties van gemeenten voor verbetering van de handhaving.

Vanwege de problematiek rond de onrechtmatige bewoning verruimde minister Dekker vorig jaar november het beleid. Onder voorwaarden kunnen gemeenten ervoor kiezen de bestemming van de woning te wijzigen van 'recreatie' naar 'wonen', een persoonsgebonden beschikking af te geven of het verbod te handhaven. Het verruimde beleid is opgenomen in de Nota Ruimte. De VROM-Inspectie gaat gemeenten aanspreken die nog geen informatie hebben verstrekt. De minister verwacht dat provincies het handhaven door gemeenten actief zullen gaan bevorderen.

In het voorjaar van 2005 stuurt minister Dekker de Tweede Kamer een eindrapportage over de stand op 31 december 2004 en haar visie daarover.