Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Aanwijzing foerageer-gebieden later

19 oktober 2004

De provincies krijgen meer tijd voor de aanwijzing van foerageergebieden voor ganzen en smienten. In een algemeen overleg met de vaste Kamercommissie LNV afgelopen donderdag deed Landbouwminister Veerman de toezegging dat zij tot 1 juni 2005 de tijd krijgen om voldoende draagvlak te verwerven voor de foerageergebieden. Dit betekent dat de komende winter hetzelfde overgangsbeleid geldt als vorig jaar. In Gelderland, Limburg en Overijssel treden deze winter de foerageergebieden al wel in werking.

Vrijwillig
Eerder was gebleken dat de Kamer gevoelig was voor een oproep van LTO Nederland om de aanwijzing voorlopig uit te stellen. Het ontbreken van draagvlak was daarvoor de hoofdreden. De partijen stellen de uitgangspunten van de foerageergebieden niet ter discussie. Het CDA vindt dat het uitstel nog niet ver genoeg gaat. Het vindt dat vrijwilligheid bij boeren de basis moet zijn voor de aanwijzing van de foerageergebieden. CDA-woordvoerder Schreijer-Pierik gaat hiervoor een motie indienen, die op steun kan rekenen van VVD, LPF en SGP. Volgens Veerman is er sprake van vrijwilligheid bij de keuze tussen een SAN-regeling of schadevergoeding via het Faunafonds in een foerageergebied. Van vrijwilligheid bij de aanwijzing tot foerageergebied kan volgens de CDA-minister geen sprake zijn. Draagvlak is daarvoor wel van belang en daarom biedt hij extra tijd.

Schade
Volgens de VVD kosten de foerageergebieden de minister straks meer dan hij nu aan schade uitkeert. Die bedraagt op dit moment ongeveer 7 miljoen, terwijl ramingen voor de foerageergebieden uitkomen op 12 miljoen. Veerman ziet de schade echter elke drie jaar verdubbelen en hij wil af van een open eind op zijn begroting. Bovendien moet Nederland de internationale verplichting op zich nemen voor de duurzame opvang van 1,5 miljoen overwinterende ganzen, vindt Veerman. Dat kan volgens hem in de afgesproken 80.000 hectare en zonder gevolgen voor verdere ruimtelijke ontwikkeling. Er is geen reden om te denken dat de foerageergebieden de status van Vogelrichtlijngebied krijgen, aangezien Nederland al aan de verplichtingen voor die richtlijn heeft voldaan. Ook het argument dat de grond in foerageergebieden in waarde daalt gaat volgens Veerman niet op. Volgens hem zijn de geboden vergoedingen zo goed, dat er zelfs sprake is van stijging van de grondprijs.

Bron: IPO-nieuws