Ruim 2.000 beregeningsvergunningen vervallen in Brabant

Van de 8.200 vergunningen voor het onttrekken van grondwater voor beregening in de landbouw worden er 2.100 niet gebruikt. De niet-gebruikte vergunningen worden ingetrokken. Sinds 2000 moet bij beregening worden gemeten hoeveel grondwater er wordt onttrokken. Het registeren van deze meetgegevens wordt door de vergunninghouder zelf gedaan op speciale formulieren van de Provincie. Uit de melding van de onttrekkingscijfers over de periode 2000-2003 blijkt met regelmaat dat door een groot aantal vergunninghouders geen of zeer weinig grondwater is onttrokken. Daarnaast is er ook een aantal vergunninghouders dat geen opgave instuurt. Tevens zijn in de periode zomer 2003 tot voorjaar 2004 alle vergunninghouders (8.200) bezocht. Toen bleek dat sommige vergunninghouders geen putten hadden.

Provincie
De Provincie trekt hieruit de conclusie dat deze vergunningen niet gebruikt worden en wil deze dan ook intrekken. Opschonen van het vergunningenbestand leidt bovendien tot een vermindering van de administratieve lasten. Het aantal brieven en de tijd voor afhandeling van bezwaren wordt aanzienlijk verminderd. Het gaat om bijna 25% van alle vergunninghouders.

Behoud vergunning
Er zijn ook vergunninghouders die heel bewust sturen op zo min mogelijk onttrekking van grondwater. Deze vergunninghouders hebben de vergunning alleen nodig in zeer droge zomers. Als deze groep kan aantonen dat zij een landbouwbedrijf hebben, wordt de vergunning niet ingetrokken. Alle betrokken vergunninghouders ontvangen een brief van de Provincie waarin zij worden geïnformeerd over het voornemen om de beregeningsvergunningen in te trekken.