Bewijslast bij recreatiewoningen omkeren28 februari 2005De provincies willen dat bewoners van recreatiewoningen moeten aantonen dat zij daar niet permanent wonen. Gemeenten moeten nu nog bewijzen dat recreatiewoningen onrechtmatig worden bewoond. Het IPO heeft de vaste kamercommissie van VROM in een brief gevraagd de minister binnen twee jaar te laten onderzoeken of de bewijslast kan worden omgekeerd om daarmee gemeenten van de tijdrovende handhaving te ontlasten. Provincies en gemeenten trekken in deze kwestie samen op. Onlangs hebben zij minister Dekker van VROM een brief gestuurd met twee bijlagen, de rapporten Onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen en Verbetering instrumentarium handhaving recreatiewoningen. Het IPO vindt het onderzoek nodig omdat de nu voorgenomen maatregelen pas op termijn effectief zijn. De afronding van het onderzoek over twee jaar kan worden gecombineerd met de evaluatie van deze maatregelen. Zo lang de omkering van de bewijslast nog niet is geregeld, vraagt het IPO met klem om meer toezichthoudende capaciteit van de VROM-inspectie. Het ministerie heeft zelf onlangs de handhaving in Twenteland beëindigd, mede met een beroep op de Nota Ruimte die provincies en gemeenten meer verantwoordelijkheid geeft. Maar provincies kunnen op dit punt niet handhavend optreden. |