Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Platteland belangrijk voor recreatie

16 maart 2005- Het platteland is nog altijd in trek als recreatiegebied, maar met name stedelingen willen daar graag meer georganiseerde activiteiten, zoals dagjes bij de boer. Dit blijkt uit het consumentenonderzoek dat gedaan is in opdracht van het ministerie vanLandbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) naar platteland en recreatie. De ondervraagden vinden het platteland belangrijk voor de Nederlandse identiteit en cultuur. Het beeld van platteland is arcadisch: kleine dorpjes, boerderijen, landweggetjes omover te wandelen en weilanden met koeien en schapen. Het consumentenonderzoek vormde de basis voor de tiende bijeenkomst van het LNV-Consumentenplatform, dat debatteerde over de vragen of consumenten het platteland nog steeds zien als recreatiegebied enof de overheid het platteland actief moet promoten als een plek om te recreëren. Onder platteland wordt verstaan: kleine dorpen, bos, natuur, boerenland, recreatiegebieden en water.

Uit zowel het consumentenonderzoek als uit de bijeenkomst van het Consumentenplatform blijkt dat men vindt dat commerciële partijen moeten zorgen voor een gevarieerd aanbod van activiteiten en horecagelegenheden op het platteland. De overheidmoet er voor zorgen dat het platteland aantrekkelijk blijft. Over het algemeen vinden consumenten het platteland goed bereikbaar: 'Het platteland is beter te bereiken dan Zandvoort in de zomer'. Opvallend is dat bijna niemand met het openbaar vervoernaar het platteland gaat. Men vindt dat onpraktisch en oncomfortabel. Maar tegelijkertijd blijkt men er weinig ervaring mee te hebben. Het Consumentenplatform vindt dat de overheid meer moet investeren in fiets- en wandelpaden van de stad naar de groeneomgeving.

De meningen in het consumentenonderzoek en het Consumentenplatform zijn verdeeld als het gaat over actief promoten van het platteland als recreatiegebied. Aan de ene kant vreest men voor meer belasting van het milieu door zwerfafval en toenemendverkeer. Aan de andere kant vindt men promotie een goede zaak, omdat toenemende recreatie goed is voor de plattelandseconomie en de gezondheid van de recreanten zelf. De overheid hoeft het recreatiegedrag van mensen niet te beïnvloeden: mensenkiezen zelf uit het aanbod en redden zich dus ook prima zelf. Wel hebben consumenten behoefte aan informatie over het platteland: met name de stedeling wil weten wat er te doen is, bijvoorbeeld via reclamespotjes of een speciale plattelandwebsite.

Uit de discussie van het Consumentenplatform kwam nog een aantal andere suggesties. Zo stelde het platform voor om waar mogelijk het platteland op meer plaatsen toegankelijk te maken voor de recreant. Bijvoorbeeld door het plaatsen van klaphekjes bijuiterwaarden, akkers en weilanden. Daarnaast vond het Consumentenplatform dat bewoners van het platteland economisch profijt moeten hebben van hun eigen activiteiten. Ook suggereerde het Consumentenplatform om de samenwerking tussen opleidingen op hetgebied van recreatie en het agrarisch onderwijs te stimuleren. De nieuwe generaties afgestudeerden zullen dan het platteland vanuit een breed perspectief benaderen.

Enkele cijfers uit de onderzoeken: Nederlanders maken per jaar bijna 1 miljarddagtochten, waarvan ongeveer 26 miljoennaar het platteland. 53% van deondervraagden gaat wandelen en 36% gaatfietsen.Randstedelingen gaan liever in het buitenland naar het platteland.

De resultaten van het consumentenonderzoek en binnenkort ook het verslag van de bijeenkomst van het Consumentenplatform zijn te vinden op www.minlnv.nl/consumentenplatform. Het Consumentenplatform, ingesteld door de minister van LNV, kwam voor het eerst bijeen in 2002 met als doel de wensen en zorgen van consumenten in kaart te brengen over de onderwerpen waarmee hetministerie van LNV zich bezighoudt. Het ministerie gebruikt deze wensen en zorgen om bestaand beleid aan te passen of bij het opzetten van nieuw beleid.