Minister Dekker: tijd rijp voor uitvoering ruimtelijk beleid15 april 2005De aandacht kan verschuiven van het maken van ruimtelijk beleid naar de uitvoering daarvan. Dat schrijft minister Dekker (VROM) in een brief over de Nota Ruimte aan de Tweede Kamer. Het kabinet heeft de nota over de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland na het debat in de Tweede Kamer op onderdelen aangepast, verhelderd en aangescherpt. Zo kunnen provincies, gemeenten, maatschappelijke organisaties, burgers en private partijen nu nog beter zelf invulling geven aan de ruimtelijke ontwikkeling op lokaal en regionaal niveau. Minister Dekker heeft de aangepaste Nota Ruimte, de zogenoemde planologische kernbeslissing (PKB) deel 3A, naar de Tweede Kamer gestuurd voor de eindstemming. De Nota Ruimte biedt de benodigde waarborgen voor groen en water en geeft een impuls aan de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Nederland. De Tweede Kamer heeft 31 moties over de nota aangenomen. Het kabinet heeft geen enkele motie naast zich neergelegd, zo schrijft minister Dekker mede namens de betrokken ministers van LNV en VenW en de staatssecretarissen van VenW en EZ in de brief. In de nota zijn nu verwerkt: alle aangenomen moties en de tijdens het debat gedane toezeggingen. Een aantal voorbeelden hiervan is: - De benoeming van de Hoeksche Waard als nationaal landschap, waarmee het kabinet tegemoet komt aan een brede wens van de Tweede Kamer. In nationale landschappen gaat het om behoud en ontwikkeling van de landschappelijke kwaliteit, zonder dat het gebied op slot gaat. Grootschalige verstedelijking is er niet aan de orde en woningbouw is gerelateerd aan de behoefte van het betreffende gebied ('ten hoogste migratiesaldo nul'). Net buiten het nationaal landschap wordt ruimte gereserveerd voor een bedrijventerrein voor droge, havengerelateerde bedrijven. Naar aanleiding van de kamerbehandeling is hieraan een maximum gesteld van 180 hectare. Het rijk gaat in samenwerking met de betrokken gemeenten en de provincie onderzoeken of bestaande terreinen voor droge, havengerelateerde bedrijvigheid in de regio Rijnmond en de Drechtsteden beter kunnen worden benut. Op grond daarvan wordt vastgesteld wat de optimale omvang is.
- Verder blijft het een ambitie van het kabinet om een snelle OV-verbinding tussen Amsterdam en Groningen te realiseren. In lijn met de bevindingen van de door de Tweede Kamer ingestelde Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI), wordt in de komende periode een hernieuwde, geactualiseerde nut- en noodzaakdiscussie gevoerd op basis van een structuurvisie. De verdere besluitvorming zal hieraan worden gekoppeld.
- Het locatiebeleid is aangescherpt en aangevuld met extra waarborgen om ervoor te zorgen dat ontwikkeling van nieuwe locaties niet ten koste gaat van de bestaande detailhandelsstructuur in wijkwinkelcentra en binnensteden. Het ondersteunt de provincies en gemeenten bij een zorgvuldig gebruik van de ruimte. Ook de toegevoegde 'SER-ladder' kan daarbij helpen.
- De formulering over woningbouw rond Schiphol. Binnen de 20-Ke contour blijft nieuwe woningbouw in uitleglocaties niet toegestaan. De formulering dat dit ook gold 'in de nabijheid van deze contour', is vervallen. Voor drie gebieden die (deels) buiten deze contour liggen, geldt de bouwbeperking ook: Hoofddorp-West, Legmeerpolder en Noordwijkerhout. Uiterlijk in december 2006 wordt bezien of de bouwbeperking in deze drie gebieden kan vervallen.
De Nota Ruimte werd 27 april 2004 aangeboden aan de Tweede Kamer. De aangepaste Nota Ruimte (PKB deel 3A) is 14 april 2005 naar de Tweede Kamer gestuurd voor de eindstemming. Als de Tweede Kamer met de nota instemt, is de inhoudelijke behandeling afgerond. Daarna wordt de nota doorgestuurd aan de Eerste Kamer, die de nota desgewenst op de agenda kan zetten. |