Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


"Koplopers Weidevogelboeren" geeft weidevogels meer kans

april 2005

De weidevogelstand in Overijssel krijgt met het project "Koplopers Weidevogelboeren" meer maatwerk en maatregelen voor de versterking van de diverse soorten weidevogels in de provincie. Het project richt zich met name op 'kritische' soorten als de grutto, wulp en de tureluur.Het project, geïnspireerd op de landelijke campagne "Nederland Gruttoland" werd vandaag ingeluid door gedeputeerde Piet Jansen, die bij de boerderij van de familie Van der Weg op het Kampereiland het officiële startschot gaf voor het project.

De weidevogelstand staat onder druk. Lang niet alle van de tientallen weidevogelkuikens verlaten in het voorjaar heelhuids het ouderlijk nest. Dit komt doordat vaak grote oppervlaktes in één keer worden gemaaid, waardoor bijvoorbeeld gruttokuikens geen dekking en voedsel meer kunnen vinden. Zo zijn ze een gemakkelijke prooi voor roofvogels en andere rovers.

In Overijssel zijn deze vogelgebieden in het Natuurgebiedplan begrensd als beheersgebied of nieuwe natuur voor weidevogels. Hier komen relatief veel 'kritische' soorten weidevogels (o.a. grutto, tureluur) voor, zodat er subsidies mogelijk zijn voor agrarisch natuurbeheer. Het accent ligt hier op het IJsseldeltagebied en Noordwest-Overijssel. Dit levert tot nog toe onvoldoende resultaat op.

Daarom dus dit project, dat is gericht op een zogenaamd mozaïekbeheer voor weidevogels. Dat houdt in dat er meer variatie komt in het maai - en beweidingsbeheer, met meer maatwerk. Aan dit project kunnen boeren meedoen, die nu door veel inzet nog veel weidevogels, (met name grutto's) op hun bedrijf hebben. Vandaar de naam 'koplopers'. Hier zullen aanvullende maatregelen het beste helpen bij meer broedsucces en het uiteindelijk overleven van de kuikens.

Zo zijn er mogelijkheden om tegen vergoeding stroken met veel legsels en kuikens later te maaien, wat de pasgeboren vogels de kans geeft nog verder aan te sterken. Het project vergroot de mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer en kan gezien worden als een voorbeeld van een groene dienst. Dit jaar doen ongeveer 60 boeren mee aan het project. Dat aantal zal nog wel toenemen, al geldt deze regeling alleen voor boeren met een aansluitend gebied van minimaal 100 ha waarop minimaal een dichtheid van 20 broedparen van grutto, tureluur en/of wulp aanwezig is en alle nesten op het bedrijf worden gemarkeerd en beschermd.

Piet Jansen vindt het project van groot belang voor de weidevogelstand in Overijssel. "Ik ben blij dat zoveel boeren eraan mee willen werken. Het toont weer eens aan dat deze boeren hart hebben voor de natuur. Ook levert het hen inkomsten op. Een mooi voorbeeld van een groene dienst."

Dit project wordt dit jaar gefinancierd door de provincie met een bedrag van 100.000. Bij gebleken succes wil gedeputeerde Jansen deze bijdrage voorleggen aan Provinciale Staten om deze structureel vast te leggen. De overige gelden ( 430.000,- voor 10 jaar), komen vanuit een fonds van Rijkswaterstaat voor extra maatregelen voor weidevogels ter compensatie van de aanleg van de N50. Naast het Koploperproject stelt Overijssel een aanvullende 80.000,- beschikbaar voor natuurproductiebetaling (vergoeding voor succesvolle legsels van kritische soorten) (uitvoering Landschap Overijssel) en circa 40.000,- voor het stimuleren van weidevogelbescherming (uitvoering Landschap Overijssel).