Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Ministerraad stemt in met nieuwe wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

I>17 juni 2005

De ministerraad heeft op voorstel van minister Veermanvan Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en staatssecretaris Van Geelvan Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met een voorstel voor een nieuwewet over gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het wetsvoorstel vervangt de Bestrijdingsmiddelenwet 1962.Voornaamste reden hiervoor is dat de huidige wet door bedrijven en burgers die in de praktijk met de wet te maken hebben alsontoegankelijk en ondoorzichtig wordt ervaren. Na overleg met de Tweede Kamerhebben minister Veermanen staatssecretaris Van Geeldaarom in het najaar van 2004aangekondigd met een nieuwe wet te zullenkomen.

De eigen verantwoordelijkheid van de gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen wordt in het wetsvoorstel sterker benadrukt dan onder de huidige wet door een beroep op de vakbekwaamheid en professionele houding van gebruikers en het invoeren van eenzorgplicht voor onder andere het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De structuur van de wet is, om het wetsvoorstel inzichtelijker te maken, meer gericht op de diverse doelgroepen en de keten van producent tot gebruiker. Concreet houdtdit in dat onderwerpen als de toelating, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in aparte hoofdstukken van de wet worden geregeld, wat de herkenbaarheid en leesbaarheid vergroot. Het wetsvoorstel voorziet daarnaast in eenaanscherping van de mogelijkheden om tot handhaving over te gaan met de invoering van de bestuurlijke boete. Voor het overige blijft de wet inhoudelijk goeddeels ongewijzigd: de regels voor de toelating en het op de markt brengen vangewasbeschermingsmiddelen en biociden vloeien voort uit Europese regelgeving en moeten daarom worden overgenomen door de nationale wetgever.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van Statezal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van Stateworden pas openbaar bij indiening - naarverwachting dit najaar- bij de Tweede Kamer.