Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Natuurbalans: Ambities en middelen voor natuur en landschap uit balans

8 september 2005

De (inter)nationale ambities voor natuur en landschap en de beschikbaremiddelen zijn niet in evenwicht. Het gaat daarbij niet alleen om financiëlemiddelen. Door de beperkte ruimte in Nederland zijn ook planologischeduidelijkheid en bestuurlijke wilskracht essentieel om de natuur- enlandschapsdoelen te realiseren. De voortgaande decentralisatie van hetnatuur- en landschapsbeleid legt een zware last op de schouders vanprovincies. Dat constateert het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in deNatuurbalans 2005, die vandaag wordt aangeboden aan minister Veerman vanLNV.

Vijftien jaar geleden is een start gemaakt met de realisatie van deEcologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een belangrijk middel om deinternationaal gemaakte afspraken over biodiversiteit na te komen. De EHSmoet er onder meer toe leiden dat meer grote eenheden met aaneengeslotennatuur ontstaan. Hier en daar worden de resultaten zichtbaar. Bijvoorbeeldin het rivierengebied, waar vissoorten niet alleen profiteren van eenverbeterde waterkwaliteit maar ook van natuurontwikkeling. Ook zijn erbelangrijke stappen gezet in het ruimtelijke beleid en het milieubeleid.Het gaat daarbij echter vooral om afspraken op papier. De praktijk isminder gunstig. Zo is bij de aanpak van verdroging sinds 2000 nauwelijksvoortgang geboekt. Ook komt er nog altijd te veel stikstof in de natuurterecht. Gevolg is dat veel soorten nog steeds in aantal achteruitgaan. Deruimtelijke samenhang en milieucondities zijn onvoldoende om deinternationaal gemaakte afspraken over het behoud van biodiversiteit waarte maken.

Wanneer de EHS volledig wordt gerealiseerd (728.500 ha in 2018), zal ruimde helft ervan uit grote eenheden natuur bestaan. Voorbeelden zijn deduinen, de Veluwe en uiterwaarden van de grote rivieren. In diverse groteeenheden zijn nog wel inspanningen nodig om de beoogde natuurkwaliteit terealiseren. Het gaat dan vooral om het saneren van landbouwenclaves innatuurgebieden. Daarvoor zijn planologische duidelijkheid nodig enkrachtige inzet van ruimtelijke instrumenten, waaronder onteigening.

Naast de grote eenheden, zal de EHS na afronding in 2018, voor ruim 20%bestaan uit mozaïeken van kleinere natuurgebieden. Voorbeelden zijn Twente,de Graafschap en Zuid-Limburg. Ook die gebieden kunnen als grote eenheidnatuur fungeren, maar dan moet wel de ruimtelijke samenhang wordenvergroot. In sommige situaties kan dat door de verbindingen tussen denatuurgebieden te verbeteren. In andere gevallen zijn zwaardere maatregelennodig, zoals aanpassing van de waterhuishouding. Het is vooral van belangom voor de natuur negatieve en onomkeerbare ontwikkelingen, zoals de aanlegvan grootschalige bedrijventerreinen, te voorkomen.

Het kabinet beoogt een omslag van natuurbeheer door de aankoop van grondnaar natuurbeheer door particuliere en agrarische grondeigenaren. Daarmeedreigt de ruimtelijke samenhang in beheer verder af te nemen. Dit komtomdat het agrarisch en particulier natuurbeheer vooralsnog nauwelijksbijdragen aan het vergroten van de samenhang tussen de grote eenhedennatuur. Bovendien zijn er aanwijzingen dat met de huidige regelingen vooragrarisch natuurbeheer, zonder aanvullende inrichtingsmaatregelen, niet denatuurdoelen worden gehaald die terreinbeherende organisaties wel kunnenbereiken.

Niet alleen de kwaliteit van de natuur, maar ook het Nederlandse landschapstaat onder druk. In een kwart van Nederland wordt de belevingswaarde vanhet landschap negatief beïnvloed door verstedelijking. In de Nota Ruimtegeeft de regering aan dat zij de verantwoordelijkheid neemt voor delandschappelijke kwaliteit in twintig Nationale Landschappen. Het Milieu-en Natuurplanbureau constateert dat de gebieden die als Nationaal Landschapzijn aangewezen goed zijn gekozen. Het gaat om landschappen die een grote,vaak internationale waarde hebben. De inwoners van Nederland blijken degebieden hoog te waarderen.

De kwaliteit van de Nationale Landschappen staat echter onder druk door deverstedelijking, de aanleg van infrastructuur, en de schaalvergroting enintensivering in de landbouw. Het ruimtelijke beleid uit de Nota Ruimtebiedt nauwelijks bescherming en er zijn geen plannen om strengere regels opte stellen. Bovendien stelt het Rijk veel minder geld beschikbaar dan deâ¬200 miljoen die naar schatting jaarlijks nodig is. Dat is ongeveer tienkeer zoveel als de investeringen die het Rijk en de provincies zich hebbenvoorgenomen.

Om het gat tussen benodigde en beschikbare middelen te dichten, zoeken Rijken provincies naar nieuwe financieringsbronnen. Dat wordt echterbemoeilijkt door de Europese mededingingsregels. Met deze regels wil deEuropese Commissie beïnvloeding van de concurrentieverhoudingen tegengaan.Een andere veel genoemde oplossing voor het genereren van geld voor natuuren landschap is ârood voor groenâ-financiering. Deze vorm van financieringis echter tot nu toe nauwelijks van de grond gekomen.

De Natuurbalans 2005 is beschikbaar op www.mnp.nl. .