Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Raad Dierenaangelegenheden slaat de plank mis over Oostvaardersplassen

7 september 2005

Op 8 september vindt in de Tweede Kamer een debat plaats over het dierenwelzijn in de Oostvaardersplassen. Uniek in de Oostvaardersplassen is dat er zo min mogelijk wordt ingegrepen door de mens. Een feit dat veel voer voor discussie geeft. De Raad voor Dieren Aangelegenheden (RDA) is van mening dat de in het wild levende kuddes moeten worden beteugeld en dat ze zo snel mogelijk worden voorzien van grote gele oormerken. Ook is de RDA van mening dat er net als op de Veluwe gejaagd moet gaan worden. Dit advies is blijkbaar het resultaat van een sterke lobby uit boeren- en jagerskringen met het doel de grootschalige natuur in het gebied in te perken. De Dierenbescherming eist zelfs dat de in het wild levende dieren in de Oostvaardersplassen voortaan de prikpil krijgen. De plannen van de RDA, uitgelekt via een groot landelijk ochtendblad, staan haaks op de mening van het publiek, zo blijkt uit een lopend onderzoek van het Kenniscentrum Recreatie.

'Nieuwe' inzichten RDA
De RDA, die zich conform haar missie bezig houdt met gehouden dieren in de agrarische intensieve dierhouderij en adviseert over het welzijn van huisdieren, heeft onlangs een nieuw advies geschreven. Hierin werden de dieren van de Oostvaardersplassen tegen de uitspraken van de minister in, beschouwd als 'gehouden dieren', een boerderij, met alle gevolgen van dien. Het verschil in status tussen bijvoorbeeld edelherten en gededomesticeerde dieren wordt hierbij gemakshalve vergeten en het advies luidt dan ook dat de zorgplicht van Staatsbosbeheer te kort schiet. De aanbeveling luidt dan: schiet de edelherten, verkoop het vlees, geef de runderen gele flappen in hun oren en schiet de paarden een chip in hun lijf.

RDA
Opmerkelijk is dat dit voorjaar een werkgroep van de Raad voor het Landelijk Gebied en de Raad voor Dieren Aangelegenheden op basis van de huidige wet- en regelgeving een gezamenlijk advies heeft uitgebracht aan de minister van LNV, dat tegenstrijdig lijkt met het nieuwe advies. De Oostvaardersplassen is volgens de wet en uitspraken van de minister een natuurgebied waar de edelherten wilde dieren zijn en de Heckrunderen en konikpaarden 'niet gehouden dieren''. De conclusie van deze werkgroep was dat het beheer van de Oostvaardersplassen conform de geldende wet- en regelgeving is ingevuld en dat het gekozen predatormodel vanuit dierenwelzijn het meest optimale model is. Staatsbosbeheer doet het dus goed in de ogen de Raad voor het Landelijk Gebied en de Raad voor Dieren Aangelegenheden.

De opdracht van Staatsbosbeheer
In de discussie in de Tweede Kamer gaat het uiteraard om strijdige belangen. Op basis van de door de politiek eerder vastgestelde wet- en regelgeving heeft Staatsbosbeheer gekozen voor beheer op basis van het meest optimale model vanuit dierenwelzijn. De dieren hebben een prachtig vrij leven. Het zou maatschappelijk niet te verklaren zijn wanneer de Tweede Kamer nu ineens de Oostvaardersplassen als een grote agrarische onderneming zou aanmerken. Op basis van haar eigen regelgeving kan zij niet anders dan de minister raden om het advies van de RDA naast zich neer te leggen.

Onderzoek
Dit jaar wordt in opdracht van Staatsbosbeheer een uitgebreide evaluatie opgesteld over het beheer in de Oostvaardersplassen. Naast een uitgebreide evaluatie van de ecologische aspecten, is ook onderzoek gedaan naar gebruik, waardering en beleving van de Oostvaardersplassen door de Nederlanders. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Het Kenniscentrum Recreatie. Hiervoor zijn diverse enquêtes en interviews gehouden. Het onderzoek is nog niet volledig afgerond, maar de tussenresultaten op basis van interviews onder bezoekers zijn opvallend. Er blijkt onder de geïnterviewden een groot draagvlak te bestaan voor het concept van de natuur op eigen benen en voor het gekozen beheer met kuddes grote grazers in de Oostvaardersplassen. Dit komt overeen met de ervaringen van Staatsbosbeheer over de maatschappelijke reacties naar aanleiding van de wintersterfte van 2005.

De Oostvaardersplassen
De Oostvaardersplassen is een natuurgebied van ca. 6000 ha. Het gebied heeft internationale erkenning als natuurgebied en een diploma voor excellent natuurbeheer van de Raad van Europa. Het is een gebied waar de natuur zo weinig mogelijk wordt beïnvloed door de mens. De resultaten zijn spectaculair te noemen. Zo hebben in Nederland nieuwe soorten zich weer aangemeld zoals de grote zilverreiger, de zeearend en recent nog de monniksgier. Het laat zien dat in een verstedelijkte samenleving de natuur heel goed op eigen benen kan staan en dat er zonder noemenswaardig menselijk ingrijpen in de natuur grote kuddes wild levende dieren kunnen leven. De bezoekers kunnen hier ook volop van genieten. De positieve bijdrage van het gebied aan het leef- en vestigingmilieu in Flevoland wordt breed onderkend bij de aanliggende steden en de provincie. Bezoekers zijn enthousiast over het gebied. Het hebben van grootschalige gebieden waarin ruimte is voor natuurlijke processen levert een stevige bijdrage aan de volksgezondheid. De Oostvaardersplassen voegt dus nationaal en internationaal kwaliteit toe aan Nederland.

Grazers
De grote kuddes grazers zijn Heckrunderen, konikpaarden en edelherten. Edelherten zijn dieren die worden beschouwd als echte wilde beesten. De Heckrunderen en konikpaarden zijn opnieuw verwilderde diersoorten. Hun natuurlijke voorgangers zijn uitgestorven. Deze dieren worden in de wet- en regelgeving beschouwd als niet-gehouden met een bijpassende zorgplicht die ook vastgelegd is in de leidraad grote grazers door de Tweede Kamer. De zorgplicht een 'wilde dieren', als een edelhert, een opnieuw verwilderde diersoort, als Heckrund en konikpaard en die van dieren op een boerderij verschillen dus. Immers, de opnieuw verwilderde Heckrunderen en konikpaarden verblijven al meer dan 25 jaar in de Oostvaardersplassen en alle dieren zijn er inmiddels geboren en getogen. Ze kennen ieder plekje in het gebied en weten waar in welk jaargetijde eten is te halen.

Staatsbosbeheer is van mening dat in het wild levende dieren zelf mogen uitmaken wanneer ze aan sterven toe zijn. In de Oostvaardersplassen overleeft 78% van de edelherten de winter, terwijl dat op de Veluwe rond de 35% was. Hier werden bijna 1000 herten doodgeschoten. De commotie over de wintersterfte is naar mening van Staatsbosbeheer met name een poging om om jacht in het gebied mogelijk te maken.