Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Uitvoering Kaderrichtlijn Water moet haalbaar en betaalbaar zijn

17 februari 2006

In een algemeen overleg over de Decembernota 2005 gaf de Tweede Kamer aan dat de zorgen die de Kamer de afgelopen periode had over de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) met de Decembernota 2005 van staatssecretaris Schultz (Verkeer en Waterstaat) zijn weggenomen. Wel gaven CDA en VVD aan het bedrag van 8 miljard onaanvaardbaar te vinden, dat volgens de staatssecretaris nodig is om in 2015 te voldoen aan de vereisten van de KRW. Dergelijke lasten kunnen niet worden opgebracht en dit zou betekenen dat Nederland op slot gaat. De PvdA gaf aan dat er te veel een sfeer van pessimisme hangt rond de uitvoering van de KRW. Het bereiken van de doelen staat voorop en biedt voldoende kansen. Naast de kosten die de richtlijn met zich meebrengt moet ook gekeken worden naar de baten. Dit inzicht ontbreekt, aldus de oppositie partij.

In haar reactie gaf de staatssecretaris aan dat ook haar uitgangspunt is dat de uitvoering van de KRW haalbaar en betaalbaar moet zijn. Het in de nota genoemde bedrag van 8 miljard is een eerste inschatting en moet als maximum worden gezien. Bovendien is dit bedrag een optelsom van ingeschatte bijdragen van verschillende sectoren. Zon optelsom is niet realistisch omdat door overlap in bijdragen van sectoren de ingeschatte kosten hoger uitvallen dan in de praktijk het geval zal zijn. Naar draagkracht zullen sectoren zoals de landbouw moeten bijdragen en de uitvoering moet maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Dit jaar wordt een maatschappelijke kosten baten analyse uitgevoerd, zodat ook de baten die de KRW met zich meebrengt beter in beeld komen.

Het CDA wees tevens op het belang dat het proces van de uitvoering van de KRW en ook het NBW van onderop en vanuit de regio moet plaatsvinden. Bovendien moet gezocht worden naar koppeling met andere beleidsterreinen en doelstellingen, zoals die voor het landelijk gebied. Zo ontbreekt een bijdrage van Verkeer en Waterstaat aan de vitalisering van het platteland en het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Als reactie hierop wees de staatssecretaris op de evaluatie van het NBW die dit jaar plaatsvindt. Op grond van de uitkomsten van deze evaluatie zal het rijk bezien wat de rijksbijdrage voor het vervolg zal zijn. Als er rijksbudgetten vrijkomen zullen deze integraal worden opgepakt via het ILG en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV).

bron: IPO