Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Natuurmonumenten lanceert groen netwerk

6 april 2006

Alle natuurlijke elementen in Nederland moeten met elkaar verbonden worden in een Groen Netwerk: van tuin tot duin, van stad tot wad. Tegelijkertijd is een schaalsprong nodig in natuur en landschap, die minstens gelijke tred houdt met de schaalsprong in verstedelijking en bedrijvigheid. En beleidsmakers en natuurbeschermers moeten rekening houden met wat mensen van natuur en landschap verwachten.

Dat zijn de drie uitgangspunten van de natuuragenda voor een duurzame welvaart die algemeen directeur Jan Jaap de Graeff van Natuurmonumenten 5 april presenteerde op het jaarlijkse Voorjaarsforum van de vereniging in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Waar de Ecologische Hoofdstructuur de ecologische elementen verbindt, verbindt het Groene Netwerk alle natuurlijke elementen in ons land.

Agenda
Natuurmonumenten heeft de agenda opgesteld met het oog op de verkiezingen voor de Tweede Kamer en de provinciale staten volgend jaar. De natuuragenda bestaat uit tien punten:Uitwerking door overheden van het Groene Netwerk, zodanig dat het verweven is met alle beleidsterreinen.De steden en hun bewoners krijgen het groen terug. Alle plannen die daarvoor bestaan worden eindelijk uitgevoerd. Voor het behoud van karakteristieke landschappen worden duidelijke keuzes gemaakt en uitgevoerd: waar heeft de landbouw voorrang, waar de natuur en waar gaan beide hand in hand.Uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur met grote eenheden natuur en robuuste verbindingen blijft hoofdzaak.

Uitvoering van het Groene Netwerk vindt plaats in samenwerking met alle betrokkenen, zodat het "een zaak van ons allemaal wordt". Uitgangspunt is wie wat op de meest efficiënte manier kan bereiken.Uitgaven aan het Groene Netwerk zijn een investering in gezondheid, in economische bedrijvigheid, in veiligheid, kortom, in welvaart. Groen wordt omgezet in goud.Een krachtige, ruimtelijke regie door de overheid voorkomt dat overal alles gebeurt met als resultaat onvoldoende kwaliteit.Natuurbeschermingsorganisaties maken duidelijk welke gebieden ze absoluut willen vrijwaren van bedreigingen en in welke ontwikkelingen mogelijk zijn.Realisatie van het Groene Netwerk is een kwestie van samenwerking met natuur- en milieuorganisaties, lokale gemeenschappen, waterschappen, boeren, recreatieondernemers, projectontwikkelaars en vele anderen die actief zijn in het landelijk gebied.Bescherming van natuur wordt belangrijk gevonden door jonge mensen en nieuwe inwoners van Nederland.

Verbinden van mens en natuur
De natuuragenda is een antwoord op de bedreigingen voor het natuur- en landschapsbeleid, stelde De Graeff. De beleidsconcepten die de afgelopen jaren gemaakt zijn - EHS, GIOS, Nationale Landschappen - dreigen vast te lopen in "perfectionisme, bureaucratie, starheid en dus vervreemding. Het is een wereld op zichzelf. Met het risico van onvoldoende verbinding met de samenleving."

Basis van de natuuragenda is, aldus De Graeff, het respectvol verbinden van mens en natuur. "We moeten mensen niet zien moeten als binnendringers, maar als gebruikers. Gebruikers die vruchten plukken uit de natuur. En dat mogen ze ook, zolang ze de natuurlijke systemen niet verstoren." Op die manier wordt tegemoet gekomen aan het feit dat Nederlanders natuur een warm hart toedragen. "We houden van natuur in Nederland. Natuur- en milieuorganisaties hebben vier miljoen leden. Overal fietsen en wandelen mensen. Jong en oud."

Offensief, fascinerend, gedurfd
Het is een offensieve, fascinerende, gedurfde, perspectiefrijke agenda. Zo omschreef voorzitter Doekle Terpstra van de HBO-Raad de natuuragenda van Natuurmonumenten. Om op de weg naar een duurzame wereld te komen, is een nieuwe manier van denken vereist, stelde Terpstra. "Het gaat om de wil om de verschillende systemen in onze samenleving met elkaar te verzoenen: milieu, volkshuisvesting, economie, technologie et cetera. Het sleutelwoord is dus verbinding. De agenda van Natuurmonumenten is daar op gericht." Hij voegde eraan toe dat het goed is dat er geen geldclaim aan gekoppeld is. "Het gaat om een kwalitatieve impuls, die ertoe leidt dat de doelstellingen alsnog gehaald worden. Dit is een uitdaging aan de politiek."

Terpstra zag wel enkele kwetsbare punten in de agenda. "Het vraagt ook wat van NatuurVan een eisende partij moet de vereniging een vragende partij worden, die op zoek gaat naar de wensen in de samenleving. Dus zet die luiken, ramen en vensters open. Ook naar het bedrijfsleven. Dat is ook een partner in de brede alliantie voor een duurzame welvaart."Anders dan De Graeff was Terpstra niet zo gerust op de grote steun in de samenleving voor natuurbescherming. "Te gemakkelijk wordt ervan uitgegaan dat de burgers in dit land vierkant achter de natuur staan. Als ik ook weer zie hoe gemakkelijk de 80-km zones bij de grote steden weer worden afgeschaft, en dat niemand opstaat die eraan wil vasthouden omwille van de luchtkwaliteit, dan denk ik dat er reden is om te twijfelen aan de vanzelfsprekendheid van het draagvlak. We moeten ons de vraag stellen hoe we de bewustwording over de waarde van de natuur op de agenda krijgen. Als dat lukt, is de weg open naar verbinding, naar nieuwe vormen van solidariteit."

Belang van natuur inzien
Ook voorzitter Henry Meijdam van de VROM-raad was lovend over de natuuragenda. Maar van hem mocht het nog wel wat verder gaan. "Help de dogma's uit de wereld, te beginnen uit Nederland. Stel alles ter discussie. We moeten voortdurend ijken en herijken. We moeten ons inleven in de belangen van andere partijen. We moeten ons ook afvragen hoe we de 15,1 miljoen Nederlanders die geen lid zijn van Natuurmonumenten interesseren voor natuur." Van een tegenstelling tussen natuur en economie wilde Meijdam niet weten. Natuur vertaalt zich in waarde van huizen, natuur is een vestigingsfactor voor bedrijven, natuur verschaft bedrijvigheid en werkgelegenheid in toerisme en recreatie, natuur verbetert de gezondheid van mensen. Kortom, natuur is economie.De landschappen en natuur die verbonden zijn met de delta zijn uniek in de wereld, stelde Meijdam. In het licht van het feit dat toerisme en recreatie een steeds grotere bijdrage leveren aan de economie, liggen er volgens hem grote mogelijkheden. Daarbij ziet hij drie doelen: de EHS moet afgemaakt worden, de steden moet groener worden en het behoud van de landschappen moet een grote impuls krijgen. "Ik ben niet van blauwdrukken, maar op het niveau van de Randstad is echt een ontwerp nodig."Om dat te bereiken ziet Meijdam een grote rol weggelegd voor 'freeriders', partijen die wel profijt hebben van natuur, maar er niets aan bijdragen: recreatieondernemers, bedrijven, projectontwikkelaars et cetera. "Daarbij is de rol van de overheid beperkt. Organisaties als Natuurmonumenten moet ze verleiden om mee te gaan doen. Dat vereist in de eerste plaats bewustwording. Partijen moet het belang van natuur in gaan zien. Zo ver is het nog lang niet. In de tweede plaats moeten er gezamenlijke projecten gemaakt worden die de natuur sterker maken. Het koppelen van zelfredzaamheid aan belangen. Daar moet het om gaan. Maak daarmee een start en je zult zien dat er een vliegwieleffect optreedt."

Neem jongeren mee naar buiten
Drie voorzitters van politieke jongerenorganisaties (Ruben Zandvliet van de JS in de PvdA, Klaas-Jeroen Terwal van de JOVD en Rogier Havelaar van Perspectief/ChristenUnie) benadrukten dat er ook veel meer gedaan moet worden aan de bewustwording bij de jeugd. Daarbij is het volgens Havelaar niet nodig dat natuur breed uitgemeten wordt in de media. "Als je wilt bereiken dat jongeren waardering krijgen voor de natuur, heb je niks aan krantenkoppen. Je moet tijd vrijmaken om met ze naar buiten te gaan, de natuur in."Zandvliet onderschreef dat. Hij voegde eraan toe dat er ook voor de bezoekerscentra van natuurorganisaties nog werk te doen is. "Er is wel van alles voor jongeren van de basisschool, maar voor de oudere jongeren is er niets. Ook bestaande jeugdnatuurclubs spelen er niet op in."In aanvulling daarop drong Terwal erop aan dat jongeren een plek krijgen in de besturen van de natuurorganisaties. Maar ook is het volgens hem essentieel dat in nieuwe wijken voldoende groenvoorzieningen komen. "Daar wonen de jonge gezinnen met kinderen. Maak daar dan ook ruimte voor natuur, dan leren kinderen vanzelf de waarde van natuur inzien."