Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Onvoldoende geld voor milieukwaliteit EHS

13 juli 2007

Er is onvoldoende geld om de noodzakelijke milieukwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in 2027 te realiseren. Als het huidige financiële beleid wordt voortgezet, is er tot 2027 twee miljard euro beschikbaar. Daarmee kan de opgave voor driekwart van het gebied worden gerealiseerd. Voor het resterende kwart is nog eens 2,3 miljard euro nodig. Rijk en provincies zullen moeten bespreken hoe ze de financiële middelen en natuurambities met elkaar in evenwicht kunnen brengen.

Dat is de conclusie van het onderzoek van de ambtelijke stuurgroep die door het Interprovinciaal Overleg, de ministeries van LNV, VROM en V&W en de Unie van Waterschappen is ingesteld. De stuurgroep heeft op landelijk niveau een beeld geschetst van de kosten voor de realisering van de noodzakelijke milieukwaliteit van de EHS en VHR (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden). Ook zijn de financieringsmogelijkheden in kaart gebracht.

De aanleiding voor het onderzoek was de rapportage begin 2006 van de Commissie Verheijen, die meldde dat er naar verwachting een tekort aan financiële middelen binnen het ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) is om de operationele doelstelling 'Realisatie milieukwaliteit EHS en VHR' te kunnen waarmaken.

Bij het afsluiten van de ILG-contracten tussen de twaalf provincies en de minister van LNV eind 2006 is afgesproken aan de slag te gaan met de beschikbare financiële middelen en gedurende de uitvoering te bezien in welke mate aanvullende middelen nodig zijn. De stuurgroep geeft daarvoor nu een indicatie. De totale gebiedsgerichte kosten voor de realisering van de gewenste milieucondities in de EHS (inclusief de VHR-gebieden) worden geschat op 4,3 miljard, waarvan 2 miljard voor maatregelen tegen verdroging en 2,3 miljard voor maatregelen tegen verzuring. Er is nog geen zicht op de kosten van de aanpak van de vermestingproblematiek.

De stuurgroep heeft mogelijkheden geïnventariseerd voor kostenreductie, met behoud van de oorspronkelijke doelstelling met betrekking tot arealen en doelsoorten. Dit betreft het bundelen van versnipperde natuurgebieden tot grotere ruimtelijke eenheden, meer integraal werken en gebieden waar de gewenste milieukwaliteit niet of alleen tegen zeer hoge kosten kan worden gerealiseerd waar mogelijk vervangen door gebieden waar dit goedkoper kan. Andere mogelijkheden die de Stuurgroep noemt zijn het meer tijd nemen voor de uitvoering en het verlagen van de ambitie. De ruimte daarvoor wordt echter mede bepaald door internationale verplichtingen.