Natuurnet uw kennismakelaar 

 
 
      


Rietbranden in randmeren gaat niet door

18 juli 2007

Gedeputeerde Staten (GS) van Flevoland zijn tegen het branden van rietvelden in de randmeren en komen daarmee op voor de met uitsterven bedreigde moerasvogels die de rietvelden als broedgebied gebruiken. GS honoreren hiermee de wens van een aantal natuurbeschermingsorganisaties.

GS ontvingen eerder een aanvraag voor het gecontroleerd branden van rietvelden op het Vossemeer, Ketelmeer en Zwarte meer. Deze meren zijn zeer belangrijke broedgebieden voor vogels van vitaal waterriet, zoals de roerdomp, purperreiger, porseleinhoen en grote karekiet. De populaties van deze moerasvogels worden met uitsterven bedreigd. Het Vossemeer, Ketelmeer en Zwarte meer zijn dan ook aangewezen gebieden volgens de Vogelrichtlijn om deze soorten bescherming te bieden.

Rietdekbedrijven pachten het recht van de gemeente Kampen om in deze gebieden riet te maaien. Het maaibeheer is zo intensief dat uitbreiding van de vogelpopulaties wordt onderdrukt. Het maaien van verruigd en door ziekte aangetast riet kost geld en levert niets op. Uit commercieel oogpunt is het verbranden van rietvelden de goedkoopste oplossing om weer bruikbaar riet te verkrijgen.

Het rietbranden wordt normaal gesproken ingezet als middel om het riet op tijdelijk of permanent onbereikbare percelen te verwijderen. Omdat deze gebieden zo moeilijk te bereiken zijn, zijn deze bij uitstek geschikt als broed-, rui-, rust- en schuilgebied voor moerasvogels. Volgens de Vogelbescherming en Natuurvereniging IJsseldelta dreigen door het branden van het riet de meest geschikte delen van het leefgebied van de moerasbroedvogels in de rietvelden van het Zwarte Meer en het Ketelmeer & Vossemeer verloren te gaan. Dit zou desastreuze effecten hebben voor deze ernstig bedreigde soorten. Dit standpunt wordt door GS gedeeld. Het gecontroleerd rietbranden zal daarom niet worden toegestaan.